03 december 2020

Osnabrück verklaring: Toekomst Europees mbo is inclusief en excellent (of toch vooral excellent?)

Joep Bresser

Joep Bresser

Beleidsmedewerker

Stel uw vraag

Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers

Deel dit artikel

Inclusie en excellentie staan centraal in de toekomst van het Europese beroepsonderwijs. Dit staat in de Osnabrückverklaring die de onderwijsministers, de sociale partners en de Europese Commissie ondertekenden. De ondertekenaars bevestigen daarmee het belang dat zij hechten aan de bijdrage van het beroepsonderwijs aan het herstel van de coronacrisis, de digitale en groene transitie en een goed functionerende arbeidsmarkt. In de verklaring wordt zowel de visie voor het beroepsonderwijs tot 2030 uiteengezet alsook kortetermijndoelstellingen tot 2025.

Osnabrück verklaring: Toekomst Europees mbo is inclusief en excellent (of toch vooral excellent?)

Volgende stap in Kopenhagenproces

Het beroepsonderwijs van de toekomst is inclusief en excellent en een sleutel tot crisisherstel en voorbereiding op de groene en digitale transitie. Dit valt te lezen in de Osnabrückverklaring waar de Europese onderwijsministers, de sociale partners en de Europese Commissie hun handtekening onder zetten. De ondertekenaars van de verklaring bevestigen het belang van het beroepsonderwijs voor het herstel van de coronacrisis, het verder ontwikkelen van de Europese Onderwijsruimte (EEA), het ondersteunen van de digitale en groene transitie en de bijdrage aan het concurrentievermogen en de arbeidsmarkt van de Europese Unie. De verklaring omschrijft vier hoofddoelen voor de toekomst vergezeld van concrete kortetermijnmaatregelen op nationaal en Europees niveau tot 2025.

Veerkrachtig en excellent mbo

Grote uitdagingen zoals de covid-19 crisis en de groene en digitale transitie vragen om modern en flexibel beroepsonderwijs. Eén van de vier hoofddoelen richt zich dan ook op het bevorderen van de kwaliteit, inclusie en excellentie in het mbo. Op nationaal niveau zal er een digitale infrastructuur moeten worden ontwikkeld die reikt tot aan de meest afgelegen gebieden. Ook kan het gebruik van kunstmatige intelligentie en virtual reality van grote waarde zijn in het mbo. Daarnaast worden lidstaten geacht nationale (en Europese platformen voor) Centres of Vocational Excellence (CoVe) te ondersteunen. Daarbij is het ook belangrijk om mbo op hogere niveaus in het Europees Kwalificatieraamwerk (EQF) te ontwikkelen. Op Europees niveau zal de Commissie de ontwikkeling en versterking van CoVe’s ondersteunen, waar zij onder andere invulling aan geeft door het opzetten van Europese CoVe-platformen.

Een leven lang leren-cultuur

De verklaring onderstreept het belang van leven lang leren nog explicieter dan het Brugge-communiqué. Op nationaal niveau zullen overheden inclusieve en kwalitatieve vaardighedenstrategieën voor leven lang leren gaan opzetten. Ook willen de ondertekenaars dat er op regionaal en nationaal niveau gerichte maatregelen genomen worden voor informatievoorziening over leven lang leren, zodat iedereen bereikt kan worden. Aandacht voor de ondersteuning van leraren, trainers, begeleidingsadviseurs en mentors mag niet vergeten worden. Op EU-niveau zal de Commissie het Pact for Skills, die tijdens de Vocational Skills Week 2020 werd gelanceerd, ondersteunen en verder ontwikkelen. Ook wil zij transparantie en erkenning van kwalificaties ondersteunen met Europass digital credentials en gaat zij systemen verbeteren voor het anticiperen op toekomstige vaardighedenbehoeftes.

Focus op duurzaamheid

De mbo-sector moet de komende jaren streven om groene vaardigheden in hun regelgeving en praktijken in te bedden. Overheden kunnen de groene transitie stimuleren door prikkels te creëren om curricula te vergroenen. Ook zal er op nationaal niveau gewerkt moeten worden aan het definiëren van groene vaardigheden zodat die vervolgens in de curricula opgenomen kunnen worden. Op EU-niveau zal de Commissie de uitwisseling van beste praktijken en samenwerking stimuleren, met daarin specifieke aandacht voor uitwisseling tussen leraren. Ook vraagt de Commissie aandacht om beleidssamenwerking in het mbo klimaatneutraal te maken, door frequenter gebruik van videoconferenties en webinars.

Internationale dimensie verder versterken

Tenslotte blijft de internationale dimensie van de mbo-sector onverminderd belangrijk vanwege de voortschrijdende globalisering van arbeidsmarkten en demografische trends in de EU. Internationale mobiliteit in het mbo heeft de afgelopen twee decennia een vlucht genomen en de ondertekenaars van de verklaring willen het momentum vasthouden en verdere stappen zetten. Zo zullen interculturele competenties integraal onderdeel worden van curricula de komende jaren en wil men langere periodes van mobiliteit voor studenten en volwassenen in het mbo bevorderen. Op EU-niveau zal de mogelijkheid tot structurele transnationale uitwisseling van mbo-aanbieders en leraren worden verkend en zal, met ondersteuning van een Erasmus+ programma 2021-2027 boordevol nieuwe mogelijkheden voor mobiliteit en samenwerking in het mbo, internationalisering verder worden versterkt.

Reactie EUProVET

EUproVET, een Europese belangenbehartiger voor beroepsonderwijsaanbieders waar ook de MBO-Raad bij is aangesloten, steunt de Osnabrück verklaring. Wel vindt zij dat er teveel nadruk ligt op excellentie in hogere kwalificatieniveaus. Een excellente vakman kan ook gevonden worden op niveaus 1 en 2 van het EQF. Vakmanschap in het algemeen is de hoeksteen van een goed-functionerende maatschappij en moet dan ook erkend worden.  Ook mist er volgens EUproVET in de verklaring een duidelijke boodschap over inclusiviteit. Tenslotte spreekt zij de hoop uit dat de doelen in de verklaring duidelijk gelinkt worden aan fondsen om ze te financieren. Daarbij is ook aandacht nodig voor gelijke waardering van het hoger- en beroepsonderwijs.

Context

Op 30 november 2002 tekenden de ministers van Onderwijs uit 31 Europese landen en de Commissie de Kopenhagenverklaring om de samenwerking in het Europese middelbaar beroepsonderwijs (mbo) te verbeteren. Speerpunten zijn de aantrekkelijkheid van het mbo, erkenning van kwalificaties, mobiliteit en de kwaliteit van leraren en trainers. De Osnabrück verklaring, die in september al werd besproken tijdens een informele Raad in Osnabrück, is het vervolg op het Brugge Communiqué uit 2010. In dezelfde week als de ondertekening van de Osnabrück-verklaring vond ook de Onderwijsraad plaats. Tijdens deze vergadering namen de onderwijsministers een door de Commissie opgestelde Raadsaanbeveling aan, die zich richt op het stroomlijnen en versterken van Europees beleid voor beroepsonderwijs.