De Europese Onderwijsruimte moet onderwijssamenwerking tussen EU landen naar een hoger niveau brengen en ervoor zorgen dat iedereen een periode in het buitenland kan leren en studeren, zonder gehinderd te worden door grenzen. Het Nederlandse kennisveld, verenigd in Neth-ER, roept in een position paper lidstaten en de Europese instellingen op tot nauwere samenwerking en betere coördinatie op focusgebieden als erkenning van diploma’s en kwalificaties, mobiliteit en het opzetten van netwerken en partnerschappen.


Neth-ER roept op tot een Europese Onderwijsruimte die kansen biedt voor iedereen

Position paper over de Europese Onderwijsruimte  

Neth-ER onderschrijft het belang van de Europese Onderwijsruimte (EEA) en verwelkomt in een position paper dan ook de recente Mededeling ‘Achieving a European Education Area by 2025’ van de Europese Commissie. In het position paper Learning Europe: the European Education Area’ roepen wij op tot goede en duidelijke afspraken tussen lidstaten zodat ambitie omgezet kan worden in actie. Daarbij zien wij drie focusgebieden.

  1. Automatische wederzijdse erkenning van diploma’s en kwalificaties
    Het verbeteren van de procedures voor de wederzijdse erkenning van diploma’s en kwalificaties in de EU-lidstaten is een van de belangrijkste criteria in het realiseren van de Europese Onderwijsruimte tegen 2025. Er zijn heldere definities en afspraken nodig, die ook onderling vertrouwen creëren. Verder beveelt Neth-ER aan meer werk te maken van een European Degree en het stimuleren van de opzet van een gezamenlijk kader rond micro-credentials en erkenning van non-formeel en informeel leren.
  2. Studentenstromen en mobiliteit
    Daar waar goede afspraken rond erkenning en kwaliteitszorg de aantrekkelijkheid van Europese onderwijssystemen kan vergroten, zorgen zij tegelijkertijd voor een betere balans in studentenstromen. Neth-ER wil dat leermobiliteit een integraal onderdeel wordt van opleidingen. De Europese Onderwijsruimte moet daarbij kansen bieden voor iedereen: een inclusief en duurzaam Erasmusprogramma moet de mogelijkheid bieden aan alle studenten, ongeacht onderwijsniveau of leeftijd, om deel te nemen aan leermobiliteit.
  3. Netwerken en partnerschappen
    Ook grote veelbelovende initiatieven als de Centres of Vocational Excellence (CoVe’s) en het Europese Universiteiten Initiatief (EUI) moeten inclusief zijn in hun opzet; zowel voor studenten als voor onderwijsinstellingen. Iedere instelling moet de kans krijgen om mee te doen. Ook hangt het succes van de initiatieven samen met financiële en beleidsondersteuning op Europees én nationaal niveau. Op deze manier kunnen de netwerken fungeren als belangrijke wegbereiders voor het gehele Europese onderwijs.

Een verdere toelichting op onze aanbevelingen voor de Europese Onderwijsruimte leest u in het position paper.

Context

Om de onderlinge coördinatie te optimaliseren, stelde de Commissie tijdens de Sociale Top in Göteborg in november 2017 voor om tegen 2025 een Europese Onderwijsruimte te realiseren. Inmiddels zijn er verschillende stappen gezet naar het verder ontwikkelen van een visie op de Europese Onderwijsruimte. Eurocommissaris Mariya Gabriel ziet de voltooiing van de EEA als een van haar prioriteiten en onder haar leiding publiceerde de Commissie op 30 september dan ook een nieuwe Mededeling waarin zij haar visie voor de realisatie van de EEA tegen 2025 uiteenzet.