02 februari 2024
Zo deed Nederland het in Horizon 2020
Joep Roet
Plaatsvervangend directeur
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
02 februari 2024
Plaatsvervangend directeur
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Nederlandse instellingen dienden in Horizon 2020 bijna 56.000 aanvragen in en waren bijna 10.000 keer succesvol. Gemiddeld krijgen Nederlandse voorstellen de hoogste beoordeling, na België. In totaal wonnen Nederlandse instellingen goedkeuring voor bijna 5,4 miljard euro aan projecten, zo’n 7,9% van het totale budget.
Nederlandse kennisinstellingen vonden goed hun weg in Horizon 2020, zo blijkt uit de ex-post evaluatie van Horizon 2020. Instellingen dienden 55.954 keer een geldige aanvraag in bij de Commissie, wat 5,6% van het totaal bedroeg. Daarvan waren er 9.666 aanvragen succesvol. Met een slagingspercentage van 17,3% deelt Nederland met Oostenrijk de derde plaats van succesvolle landen, na België (18,9%) en Frankrijk (17,5%). Gemiddeld was 15,5% van de aanvragen succesvol. Eén van de verklaringen voor het succes van België is dat het land relatief veel ervaren Europese samenwerkingsverbanden en allianties herbergt, die heel gericht voorstellen doen.
Nederlandse voorstellen kregen relatief vaak een hoge beoordeling van de Commissie. 63,8% van de aanvragen was hoogkwalitatief, tegenover een gemiddelde van 57,9% voor het hele programma. Enkel Belgische instellingen wisten betere voorstellen te schrijven (64,7%). Dat Nederland toch Frankrijk voor zich moet dulden in de top drie qua slagingspercentages, heeft te maken met de zeer competitieve instrumenten die ook in Nederland populair zijn, zoals de ERC.
Nederlandse kennisinstellingen toonden relatief veel interesse in de pijler voor excellente wetenschap, blijkt uit de cijfers. 43% van de Nederlandse aanvragen was voor deze pijler, tegenover 37% van alle aanvragen. Dat vertaalt zich ook naar de ontvangen financiering. 40% van de Nederlandse ontvangsten kwam voort uit excellente wetenschap, met onder meer de ERC en MSCA, tegenover 37% voor Horizon 2020 als geheel. Maatschappelijke uitdagingen besloeg 41% van de ontvangen financiering (39% van Horizon 2020) en industrieel leiderschap 17% (20% van Horizon 2020). De Nederlandse slagingspercentages per pijler worden niet genoemd.
De gehonoreerde projecten brachten Nederlandse instellingen bijna 5,4 miljard euro op. Dat is 7,9% van het totale budget van Horizon 2020. Enkel landen met een veel grotere bevolking ontvingen meer: Duitsland, het VK, Frankrijk, Spanje en Italië. Van de Nederlandse ontvangsten vloeide 50% naar higher education organisations (HES), zoals universiteiten, hogescholen en UMC’s. Research organisations (REC), zoals TNO, KNAW en NWO, ontvingen 19% van de Nederlandse financiering. Private bedrijven (PRC) ontvingen 24%, en 2% ging naar publieke organisaties (PUB).
Nederlandse onderzoekers doen vaker Europese ervaring op dan de gemiddelde Europese collega. Per duizend onderzoekers deed Nederland 13,3 keer mee aan een project, tegenover een Europees gemiddelde van 9,1. Toch is dat minder dan bijvoorbeeld België (18,1), Oostenrijk (15,5) en Denemarken (14,1). Koploper is Cyprus, met 37,7 deelnames per duizend onderzoekers.
Een treurig beeld levert een correctie voor nationale uitgaven aan O&I op. De rijkere, oudere EU-lidstaten (EU-15), waartoe ook Nederland behoort, ontvingen gemiddeld 18 duizend euro uit Europa voor iedere miljoen euro die zij zelf, nationaal investeerden. Daarentegen ontving Nederland 33 duizend euro per miljoen nationale investeringen en bevindt zich daarmee in het illustere gezelschap van Roemenië (34 duizend) en Bulgarije (37 duizend). Enerzijds lijkt dat gunstig: Europa financiert een relatief groot deel van het Nederlandse onderzoeksbestel. Anderzijds herinnert dit bedrag nog maar eens aan de verhoudingsgewijs lage Nederlandse investeringen in O&I die deze treurige verhouding mogelijk maken.
De ex-post evaluatie van Horizon 2020 blikt terug op de looptijd van het achtste kaderprogramma, dat liep van 2014 tot en met 2020. Bijlage 6 van de evaluatie bevat de deelnamecijfers per land, organisatie en programmaonderdeel. Afgelopen jaar keek de Nederlandse Adviesraad Wetenschap, Technologie & Innovatie in meer detail naar de Nederlandse deelname. Eerder bleek dat Nederlandse instellingen in Horizon Europe, de opvolger van Horizon 2020, meer samenwerken met partners uit wideninglanden.