De totale publieke uitgaven aan onderzoek en innovatie binnen de EU in 2022 (117,4 miljard euro) stegen ten opzichte van 2021 (111,4 miljard euro) met 5%. Echter groeiden de totale overheidsuitgaven harder, waardoor er in wezen relatief minder werd uitgegeven door overheden aan O&I dan het jaar daarvoor. Nederland spendeerde 0,82% van haar publieke uitgaven aan O&I, en hoort daarmee tot de subtop in de EU inclusief IJsland, Zwitserland en Noorwegen.


Eurostat: Relatieve daling van publieke O&I investeringen

Relatieve schijn

Europese lidstaten investeerden in 2022 relatief minder in onderzoek en innovatie (O&I) dan het jaar daarvoor. Dat blijkt uit de laatste ramingen van Eurostat over de publieke investeringen in O&I binnen de EU en IJsland, Zwitserland en Noorwegen. In totaal investeerden Europese overheden vorig jaar 117,4 miljard euro (zo’n 263 euro per inwoner), tegenover 111,4 miljard euro in 2021 (249 euro per inwoner). Dat betekent weliswaar een groei van 5%, maar het totale bedrag is slechts goed voor 0,74% van al het overheidsbudget, tegenover 0,77% in 2021. Doordat het totale bnp in de EU harder groeide is er dus een relatieve daling van overheidsinvesteringen in O&I te bespeuren.   

Nederland investeert wat meer 

De Nederlandse overheid investeerde in 2022 volgens Eurostat 7,75 miljard euro in O&I, wat neerkomt op 0,82% van het BNP. In 2021 was dit 0,80% (6,84 miljard euro). Net als vorig jaar blijft Nederland daarmee boven de Europese mediaan en stijgt het twee plekken qua publieke investeringen in O&I als onderdeel van het bnp. IJsland (1,18%), Duitsland (1,11%), Zwitserland (0,99%), Finland (0,9%), Oostenrjik (0,87%) en Denemarken (0,83%) investeren allen meer in O&I. Roemenië (0,12%) en Ierland (0,2%) sluiten de rij in de databank van Eurostat.

Context

Eurostat is binnen de EU verantwoordelijk voor het samenstellen van statistieken. De "Government Budget Allocations for R&D" rapporten van Eurostat bieden jaarlijks inzicht in de prioriteiten die overheden toekennen aan de financiering van O&I. Deze investeringen spelen een cruciale rol in het beleid ter bevordering van het concurrentievermogen van Europa. De EU heeft zichzelf tot doel gesteld om jaarlijks 3% van het bruto binnenlands product (bbp) aan O&I uit te geven. Publieke overheidsinvesteringen vormen slechts een deel van het totale bbp; minstens zo belangrijk zijn private investeringen.