Het Europees Parlement verzoekt lidstaten zich te committeren aan het verhogen van overheidsuitgaven voor O&I naar een Europees gemiddelde van 1,25 % van het bbp. Het Parlement reageert in een resolutie teleurgesteld op het gebrek aan (financiële) ambitie bij de lidstaten en is bezorgd over het trage tempo waarin het nationale beleid en het beleid dat op EU-niveau met de lidstaten is overeengekomen op elkaar worden afgestemd. Ook de Commissie moet het ontgelden: de Europarlementariërs vinden dat het publiceren van het instrumentarium van onderzoeksloopbanen in 2024 veel te laat is.


Parlement teleurgesteld over gebrek aan (financiële) ambitie voor nieuwe ERA

Verhoog de overheidsuitgaven in O&I  

Het Europees Parlement is teleurgesteld dat lidstaten zich tot nu toe niet verbonden hebben aan een Europese investeringsdoelstelling van 1,25 % van het bbp voor overheidsfinanciering van onderzoek & innovatie (O&I). Het Parlement uit in een aangenomen resolutie over de nieuwe Europese Onderzoeksruimte (ERA) haar bezorgdheid over het gebrek aan ambitie en het trage tempo waarin het nationale beleid en het EU-beleid op elkaar worden afgestemd. Wel verwelkomen de Europarlementariërs de herbevestiging van de doelstelling voor private en publieke investeringen in O&I van 3% van het bbp door de Raad. Zij willen dat het behalen van deze doelstelling geprioriteerd wordt binnen de uitrol van de nieuwe ERA. Volgens een analyse van de Commissie uit 2020 moeten zowel private als publieke investeringen met 50% stijgen om in 2030 de 3% investeringsdoelstelling te halen. Momenteel investeren de private en publieke sector 2,19% van het bbp aan O&I. Europese overheden nemen gemiddeld 0,81% voor hun rekening.

Parlement (& Raad) willen dat Commissie vaart maakt   

Het Parlement is blij met de extra aandacht voor onderzoekersloopbanen in de nieuwe ERA, maar betreurt dat de Commissie voornemens is om het instrumentarium ter ondersteuning van onderzoeksloopbanen pas eind 2024 aan te nemen. Zij vraagt om een vroegere goedkeuring. Het Parlement wil dat de Commissie nauw samenwerkt met lidstaten om beleid en procedures vast te stellen die een beter beheer van onderzoeksloopbanen ondersteunen. Onlangs nodigde de Raad in aangenomen conclusies de Commissie al uit om in 2022 beste praktijken op nationaal niveau te analyseren en voorstellen te presenteren voor loopbaantrajectsystemen, onderzoeksevaluatie, diversificatie van carrières, stimulansen om jonge onderzoekers aan te nemen, het adresseren van gendergelijkheid, interoperabiliteit tussen academische en bedrijfswereld en een verbetering van de EURAXESS-diensten.

Verklein de O&I-kloof 

Het Parlement vraagt in de resolutie ook aandacht voor het verkleinen van de O&I-kloof en verwijst daarbij naar het Europese innovatiescorebord. Daaruit blijkt dat de innovatiekloof nog steeds groot is, maar wel krimpt. Om de innovatiekloof verder te verkleinen onderstreept het Parlement het belang van integratie van de verschillende Europese, nationale en particuliere financieringsstromen, door meer convergentie van financiering via Horizon Europe, de herstel- en veerkrachtfaciliteit, de cohesiefondsen en nationale financiering. Het Parlement is blij met de plannen van de Commissie om zich in de nieuwe programmaperiode extra in te zetten voor het verkleinen van de kloof, maar onderstreept de behoefte aan meer gerichte steun. Zonder in te gaan op welke extra steun zij wenst overigens.

Context

In 2020 presenteerde de Commissie het voorstel voor de nieuwe ERA, waarin meer en effectievere investeringen, het dichten van de O&I-kloof, betere vertaling O&I naar de economie en onderzoekscarrières centraal staan. De Commissie en de lidstaten werken sinds februari binnen het ERA transitieforum aan een nieuw Pact voor onderzoek en innovatie die ten grondslag ligt aan de nieuwe ERA. Het Pact zal een nieuw bestuurskader voor de ERA bevatten met gemeenschappelijke waarden, overkoepelende principes, prioriteitsgebieden en investeringstargets. Naar verwachting publiceert de Commissie in juli een voorstel voor het Pact. Vervolgens zullen de lidstaten onder leiding van het Sloveens voorzitterschap het Pact in de herfst bespreken en er in de Raad voor Concurrentievermogen van 26 november een klap op geven. Daarna kan de implementatie écht beginnen. Belanghebbenden zijn tot nu toe kritisch op het proces rondom het Pact vanwege de geringe betrokkenheid van de kennissector. Ook het Parlement zegt in haar resolutie zich buitengesloten te voelen.