De academische vrijheid in Nederland gaat achteruit. Daar tegenover staat een hoge score  op institutionele autonomie. Dat blijkt uit de jaarlijkse Academic Freedom Monitor 2023 van het Europees Parlement. Door de bank genomen blijft de academische vrijheid in Europa relatief hoog en stabiel.


Nederlandse academische vrijheid verslechtert

Academische vrijheid in Nederland ondermaats  

Nederlandse academische vrijheid verslechtert en scoort in 2023 op drie van de vijf categorieën slechter dan vorig jaar. Tegelijkertijd verbetert de institutionele autonomie van Nederlandse instellingen. Dat blijkt uit de ‘Academic Freedom Monitor' die het Parlement jaarlijks opstelt. De categorieën waar Nederland slechter op scoort zijn: vrijheid in onderzoek en onderwijs, vrijheid van academische uitwisseling en verspreiding en integriteit op de campus. De vrijheid van academische en culturele uiting blijft stabiel. In totaal zijn er maar drie andere EU-lidstaten die slechter presteren op de Academic Freedom Index: Griekenland, Polen en Hongarije.

Institutionele autonomie in de lift

Hoewel de academische vrijheid in Nederland achteruitgaat, is de institutionele vrijheid van Nederlandse kennisinstellingen juist verbeterd. Nederland scoort vooral hoog op organisatorische autonomie en personeelsbeleid. Hoewel de institutionele autonomie in de lift zit, waarschuwde de European University Association (EUA) onlangs nog dat de taalbeperkingen in het Nederlandse hoger onderwijs de academische autonomie bedreigen. Deze taalbeperkingen komen voort uit het wetsvoorstel Internationalisering in balans. Het Parlement beveelt met dit rapport aan om academische vrijheid duidelijk te definiëren, maar ook om academische vrijheid betere wettelijke bescherming te geven.

Europa relatief stabiel, maar wel bedreigd

Hoewel de academische vrijheid in Europa relatief hoog en stabiel is vergeleken met andere regio's wereldwijd, liggen er verschillende bedreigingen op de loer. Zo zijn er negen EU-lidstaten (Oostenrijk, Malta, Roemenië, Kroatië, Bulgarije, Nederland, Griekenland, Polen en Hongarije) die onder het EU-gemiddelde presteren. In acht lidstaten (Oostenrijk, Malta, Kroatië, Bulgarije, Nederland, Griekenland, Polen en Hongarije) verslechtert de academische vrijheid ten opzichte van vorig jaar. In het bijzonder in Hongarije is de academische vrijheid sterk ingeperkt. Daarmee behoort Hongarije nu tot de 30% landen met de slechtste academische vrijheid wereldwijd. Afgezien van Hongarije is de institutionele autonomie in de EU gemiddeld gezien stabiel. Maar volgens het University Autonomy Scoreboard dreigt de komende jaren achteruitgang van instellingsautonomie door wettelijke veranderingen in meerdere lidstaten.

Context

Het Europees Parlement beschouwt academische vrijheid als fundamentele waarde voor het hoger onderwijs en onderzoek. Daarom beloofde het in 2022 om de Europese academische vrijheid beter te beschermen. Daarvoor stelde het Parlement verschillende beleidsopties voor aan de Commissie om de druk op de academische vrijheid te verlagen. Daarnaast voeren beleidsmakers en verschillende belanghebbenden een discussie rond de thema's van buitenlandse inmenging en academische vrijheid. Zo uitten verschillende belangenorganisaties hun onvrede over het EU-wetsvoorstel betreffende het publiekelijk registreren van buitenlandse financiering van onderzoek. De EUA bepleitte onlangs om een nieuw sociaal contract op te stellen met de universiteiten, met daarin extra aandacht voor academische vrijheid.

 

Mede geschreven door Fleur Korte.