De Commissie moet bewustzijn over de rechten omtrent academische vrijheid bevorderen, academische vrijheid op EU-niveau monitoren en academische vrijheid wettelijk op EU-niveau beschermen. Deze drie beleidsopties legt het onderzoeksbureau van het Europees Parlement op tafel om de toenemende druk op academische vrijheid tegen te gaan.


Commissie heeft drie opties om academische vrijheid te garanderen

Aanbevelingen om academische vrijheid te garanderen

Er zijn meerdere beleidsopties voor de Commissie om de academische vrijheid in de EU beter te garanderen. Dit zegt het onderzoeksbureau van het Europees Parlement (EPRS) in een studie naar ‘Promotion of freedom of scientific research in the EU’ over de toegevoegde waarde van EU-beleidsinterventies op het terrein van academische vrijheid. Volgens het rapport kan de Commissie drie dingen doen: bewustzijn verbeteren, monitoring en wettelijke verankering. Over dat laatste zegt het EPRS dat het ontbreekt aan een coherente, juridische definitie van academische vrijheid. EU-beleidsdocumenten, zoals Horizon Europe en Erasmus+, noemen de term academische vrijheid meermaals, maar definiëren het steeds anders. Het EPRS beveelt daarom aan om de definitie van academische vrijheid—en de rechten en plichten omtrent het verdedigen van de academische vrijheid—duidelijker vast te leggen in Europese wetgeving.

Bewustzijn en monitoring belangrijk

De andere beleidsopties focussen zich op bewustzijn en monitoring. Wat bewustzijn betreft stelt de EPRS dat de Commissie zich moet focussen op het stimuleren van academische vrijheid-gerelateerd onderzoek, en het vergroten van het bewustzijn van academici over de rechten die zij hebben op het gebied van academische vrijheid. Daarnaast zou een EU-breed platform voor het delen van informatie en het rapporteren van schendingen uitkomst kunnen bieden. De derde beleidsactie richt zich op het systematisch monitoren van gegevens omtrent academische vrijheid, wat op EU-niveau nog niet genoeg gebeurd. Het EPRS stelt dat een Europees scorebord voor academische vrijheid uitkomst kan bieden in het systematisch monitoren.  

Context

Academische vrijheid staat hoog op de Europese O&I-agenda, en is één van de acties van de Europese Onderzoeksruimte (ERA). Volgens het Parlement moeten de uitdagingen die academische vrijheid bedreigen, concreet worden opgelost. Daarom startte het in 2023 een wetgevende initiatiefprocedure om vrijheid van wetenschappelijk onderzoek in de EU beter te promoten. In dat kader vroeg het Parlement de EPRS te bekijken welke opties de Commissie heeft om academische vrijheid beter te beschermen in de EU. Eerder dit jaar voerde het Panel for the Future of Science and Technology (STOA) van het Parlement al een onderzoek uit over academische vrijheid in de lidstaten, met als conclusie dat deze erodeert. STOA concludeerde ook dat Nederland steeds slechter scoort op academische vrijheid, onder andere door de politiek en de overheid, cancel-cultuur, en de woke-beweging die zelfcensuur van onderzoekers in de hand werken, aldus STOA. De roep om wettelijke verankering van academische vrijheid is niet nieuw. De Industry, Research and Energy (ITRE) commissie en de Culture and Education (CULT) commissie van het Parlement gaven eerder aan dat academische vrijheid in de Europese verdragen moet worden verankerd.


Mede geschreven door Vincent Klein Ikkink.