De implementatie van de Europese Onderzoeksruimte (ERA) verliep in 2016-2018 op een trager tempo dan voorgaande jaren. Dit blijkt uit het ERA voortgangsrapport 2018 van de Commissie. Ook bestaan er nog steeds grote verschillen tussen de prestaties van de lidstaten. Een hernieuwde inzet van de lidstaten is nodig om de implementatie van de ERA te realiseren.


Implementatie van ERA verloopt traag

ERA voortgangsrapport 2018  

Er wordt nog steeds vooruitgang geboekt in de implementatie van de Europese Onderzoeksruimte (ERA) maar op een trager tempo dan voorheen. Zo blijkt uit het ERA voortgangsrapport 2018 van de Europese Commissie. De voortgang met betrekking tot de open arbeidsmarkt voor onderzoekers is zelfs achteruitgegaan. Ook toont het rapport dat er nog steeds grote verschillen bestaan tussen de prestaties van de lidstaten.

Versterken van ERA

Een hernieuwde inzet is nodig om de implementatie van de ERA te realiseren, aldus de Commissie. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de lidstaten, geassocieerde landen en de Europese Unie om te bedenken hoe zij de implementatie kunnen versnellen en aanmoedigen. Daarnaast heeft de Commissie maatregelen voorgesteld om in verschillende toekomstige programma’s, zoals de regionale fondsen en Horizon Europe, specifiek in te zetten op het versterken van de ERA. Sterke ambities om de ERA te implementeren blijken uit de National Action Plans (NAPs) die 28 landen hebben aangenomen en die volgens de Commissie laten zien dat de deelnemende landen zich gecommitteerd voelen aan de prioriteiten van de ERA.

Nederland scoort goed

Het landenrapport voor Nederland laat op vijf van de zes prioriteiten bovengemiddelde cijfers zien vergeleken met andere ERA landen. Nederland behaalde vooral veel punten vanwege het hoge aantal vacatures op EURAXESS en de vele publiek-private samenwerkingen voor papers. Vergeleken met de scores van het laatste rapport uit 2016 verloopt de implementatie van de ERA stabiel. Een aantal belangrijke ontwikkelingen hebben bijgedragen aan de implementatie van het Nederlandse NAP: de herstructurering van NWO in 2017, de uitbreiding van het promotierecht en de update van de Nationale Roadmap Grootschalige Wetenschappelijke Infrastructuur. Nederland scoort echter minder goed op de criteria voor gendergelijkheid, vooral omdat het aantal vrouwen op hogere posities in het hoger onderwijs nog flink achterloopt op andere landen. 

Context 

De Europese Onderzoeksruimte wordt geïmplementeerd aan de hand van zes prioriteiten, waaronder internationale samenwerking en gendergelijkheid. Deelnemende landen dienen zelf via hun NAPs passende maatregelen te nemen om deze te implementeren. In de ERA-voortgangsrapporten beoordeelt de Commissie in welke mate de lidstaten voortgang hebben geboekt met betrekking tot deze prioriteiten in de afgelopen twee jaar. De Commissie beoordeelt de voortgang per lidstaat aan de hand van 8 kernindicatoren, met 16 sub-indicatoren. Eerder heeft de Commissie rapporten gepubliceerd over de voortgang van ERA in 2016, 2014 en 2013.