09 oktober 2024
Zes uitdagingen voor de nieuwe commissaris voor skills en onderwijs
Annabel Hoven
Beleidsmedewerker
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
09 oktober 2024
Beleidsmedewerker
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Stelt de politieke aandacht voor vaardigheden onderwijs in de schaduw? Dat risico bestaat bij de brede portefeuille van Roxana Mînzatu als kandidaat uitvoerend vicevoorzitter voor mensen, skills en paraatheid. Voor haar hoorzitting in november mag zij haar borst natmaken. Welke uitdagingen staan Mînzatu nog meer te wachten de komende vijf jaar? Neth-ER werpt een kritische blik op de plannen beschreven in de missiebrief aan Mînzatu.
Een grote uitdaging voor Roxana Mînzatu is haar portefeuille. Mînzatu is als uitvoerend vicevoorzitter (EVP) verantwoordelijk voor het sociaal beleid, skills én ‘paraatheid’. Aan de ene kant lijkt er dus heel veel aandacht voor onderwijs te zijn, gezien haart titel vaardigheden expliciet vernoemt. Dat is extra opvallend, want zo komt mbo weer terug bij alle andere onderwijssectoren. Tegelijkertijd bestaat het risico dat onderwijs ondergesneeuwd raakt door de focus op ‘vaardigheden’. Daarbij blijft het ook feit dat onderwijs nog altijd een exclusieve bevoegdheid is van de lidstaten, waardoor de Commissie alleen voorstellen kan doen die bijdragen aan de kwaliteit van onderwijs door samenwerking tussen de lidstaten.
Een concreet voorbeeld van deze spanning is de verhouding tussen de nieuw aangekondigde Union of Skills en de bestaande Europese Onderwijsruimte (EEA). Von der Leyen schaart ‘werken aan de EEA’ onder de bouwstenen van de Skills Union en dus onderwijs in de schaduw van vaardigheden. In de missiebrief aan Mînzatu’s voorganger Mariya Gabriel stond dat de Europese Onderwijsruimte in 2025 voltooid moet zijn. Nu 2025 voor de deur staat, valt op dat deze deadline mist in de missiebrief aan Mînzatu. Zal de EEA onderdeel worden van de Vaardighedenunie? Of is dit de opvolger van de Onderwijsruimte? Zal de Commissie de EEA überhaupt weten te voltooien in 2025? Of vindt Von der Leyen dat de EEA al af is?
Welke ambities heeft Mînzatu voor Erasmus+? Von der Leyen schrijft dat Mînzatu het programma moet ‘versterken’. Het huidige programma loopt af in 2027 en Mînzatu zal een nieuwe programma moeten ontwerpen, uitonderhandelen en starten in 2028. Zeer recent deed Mario Draghi de aanbeveling om het budget te vervijfvoudigen, als we willen dat alle leerlingen en studenten een kans krijgen met programma. Zullen deze ambities voor het nieuwe programma aan de orde komen tijdens de hoorzitting? Ook het Parlement ziet graag een verhoogd budget voor het programma. Wellicht zal dit tijdens de hoorzitting naar boven komen.
In de missiebrief aan Mînzatu is er één groot gemis: de Centres of Vocational Excellence (CoVEs). Dat staat in schril contrast met de vaardighedenfocus van Von der Leyen. Het CoVE-initiatief in het Erasmus+ programma is een cruciale samenwerkingsmogelijkheid voor het beroepsonderwijs, maar ook voor hogescholen, universiteiten én het bedrijfsleven, om Europa’s vaardighedencapaciteit te versterken. Von der Leyen presenteerde eerder dit jaar nog het idee om tegen 2027 het initiatief met 100 extra CoVEs uit te breiden. Dit noemt Von der Leyen gek genoeg niet in de opdracht aan Mînzatu.
Wel is er aandacht voor het Europese Universiteiten Initiatief, maar dan vooral als middel om de Europese Graad te bewerkstelligen. Von der Leyen benoemt nu het JED als hét vlaggenschipinitiatief om kwalitatieve leermobiliteit te verzekeren. De EVP moet dus verder werken aan de Europese Graad, het Europese Universiteiten initiatief moet ze blijven “ondersteunen”. Wat de nadruk op de Europese Graad gaat betekenen voor de toekomst de Europese Universiteiten zal ongetwijfeld in de hoorzitting naar boven komen.
Von der Leyen vraagt Mînzatu om een Skills Portability Initiative voor te bereiden, maar mag dat wel? Met dit initiatief moet Mînzatu de erkenning van vaardigheden en kwalificaties verbeteren. De vraag is hoe zich dat verhoudt tot bestaande afspraken en doelen rondom erkenning en kwaliteitszorg, zoals door onderwijsministers vastgelegd in het Bologna-proces voor hbo/wo en het Kopenhagen-proces voor het mbo. Deze processen zijn nog volop bezig en nog lang niet in hun eindfase. Opvallend genoeg komt geen van beide niet terug in de missiebrief. Nieuw beleid rond de erkenning van kwalificaties zal hoogstwaarschijnlijk het Parlement aan de orde stellen.
Sinds Von der Leyen door het Europees Parlement is herkozen als Commissievoorzitter voor 2024-2029, heeft zij ook haar kandidaat-commissarissen geselecteerd. In de herfst van 2024 zal het Parlement wederom haar stem uitbrengen en haar beoordeling geven op deze kandidaten. Elke kandidaat-commissaris wordt door de Parlementscommissies uitgebreid ondervraagd tijdens de hoorzittingen. Voor Mînzatu betekent dit dat de EMPL- en CULT commissies haar nog eens goed aan de tand mogen voelen. De Bulgaarse Ekaterina Zaharieva is de beoogd commissaris voor start-ups, onderzoek en innovatie.