Een Europese onderwijsruimte moet mobiliteit en samenwerking op gebied van onderwijs bevorderen en lidstaten ondersteunen bij het moderniseren van hun onderwijssystemen. Dit is één van de uitkomsten van de Raad Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport van 22-23 mei, waarin de ministers Raadsconclusies aangenomen hebben over het oprichten van een Europese Onderwijsruimte. Daarnaast zijn twee Raadsaanbevelingen aangenomen over sleutelcompetenties en Europese waarden.


EU-onderwijsministers willen stappen zetten richting een Europese onderwijsruimte

Europese onderwijsruimte

Een Europese onderwijsruimte moet mobiliteit en samenwerking op gebied van onderwijs bevorderen en lidstaten ondersteunen bij het moderniseren van hun onderwijssystemen. Dit is één van de uitkomsten van de Raad Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport van 22-23 mei. De ministers hebben Raadsconclusies aangenomen over het oprichten van een Europese onderwijsruimte, in reactie op het voorstel van de Commissie. In het algemeen benadrukt de Raad dat de Europese onderwijsruimte complementair moet zijn aan nationale onderwijsstelsels. 

Universiteitsnetwerken

‘Europese Universiteiten’ kunnen een sleutelrol hebben bij het creëren van een Europese Onderwijsruimte volgens de Raad. Zij ondersteunt het idee voor duurzame bottom-up netwerken van universiteiten die geografisch- en sociaal inclusief zijn. ‘Europese Universiteiten’ hebben volgens de Raad de potentie om mobiliteit te versterken en excellentie in onderwijs en onderzoek te bevorderen. De Raad nodigt de Commissie daarom uit om het concept van en de doelstellingen voor ‘Europese Universiteiten’ verder uit te werken in nauwe samenwerking met de lidstaten. De uitkomsten van de pilot, die in 2019 van start moet gaan, kunnen als basis dienen voor de toekomstige vormgeving van ‘Europese universiteiten’.

Erasmus+

De Raad vraagt om maatregelen om de deelname aan Erasmus+ te verbeteren en uit te breiden: de toegang tot Erasmus+ moet inclusiever en eerlijker zijn. Synergieën tussen Erasmus+ en andere EU-programma’s kunnen versterkt worden en de regels verder vereenvoudigd. Ook moet het toekomstige Erasmus+ ondersteuning bieden voor de aanpassing van onderwijssystemen aan het digitale tijdperk.  

Wederzijdse erkenning van kwalificaties

De wederzijdse erkenning van kwalificaties, van zowel middelbaar als hoger onderwijs, kan bijdragen aan het verminderen van barrières voor mobiliteit. De Raad benadrukt in dat kader dat Europese afspraken gebaseerd moeten zijn op transparantie en vertrouwen en het respecteren van de verschillen tussen de onderwijssystemen van de lidstaten. 

Overige uitkomsten

Daarnaast hebben de ministers tijdens deze Raad twee aanbevelingen aangenomen die de Commissie eerder voorgesteld had. De eerste betreft een herziening van de aanbeveling over sleutelcompetenties voor een leven lang leren. Hiermee wordt de aanbeveling uit 2006 geactualiseerd zodat deze beter aansluit op digitalisering en een veranderende arbeidsmarkt. De tweede aanbeveling ziet op het bijbrengen van Europese gemeenschappelijke waarden en inclusiviteit in het onderwijs, om zaken als populisme, xenofobie en nepnieuws tegen te gaan.

Context

Tijdens de Gothenberg Social Summit in november 2017 hebben de regeringsleiders het belang van onderwijs benadrukt. In de aanloop naar deze bijeenkomst heeft de Commissie een voorstel gepresenteerd voor het oprichten van een Europese onderwijsruimte, zodat lidstaten hun onderwijsactiviteiten beter op elkaar af kunnen stemmen. In december 2017 hebben de regeringsleiders conclusies aangenomen waarin zij hun prioriteiten op het gebied van onderwijs uiteenzetten. In januari presenteerde de Commissie het voorstel voor een herziening van de aanbeveling voor sleutelcompetenties, als onderdeel van de New Skills Agenda, en een raadsaanbeveling voor gemeenschappelijke waarden.