02 april 2024

“Europese samenwerking versterkt sleutelfunctie hogescholen in de regio’’, Joep Houterman (VH)

Raúl Kalb

Raúl Kalb

Communications & Events Manager

Stel uw vraag

Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers

Deel dit artikel

Joep Houterman, bestuurslid Europa van de Vereniging Hogescholen, en voorzitter college van bestuur Fontys, maakt zich hard voor meer deelname van hogescholen aan Europese onderzoeks- en innovatieprogramma’s om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken, praktijkgericht onderzoek te stimuleren en economische groei en werkgelegenheid in de regio te bevorderen.


“Europese samenwerking versterkt sleutelfunctie hogescholen in de regio’’, Joep Houterman (VH)

Op 6 juni zijn er Europese verkiezingen. Waarom is Europese samenwerking van belang voor het kennisveld?

“Samenwerken in een Europese context draagt bij aan de kwaliteit van ons onderzoek en innovatie. Een nauwere samenwerking in Europees verband draagt daarnaast ook bij aan de ambitie om de regionale sleutelfunctie van hogescholen te versterken. Onze regio’s zijn onontbeerlijk in de verdere economische en technologische ontwikkeling van Europa. Europa biedt het hbo daarnaast ook meer kansen om de kwaliteit van het onderwijs te versterken door samenwerking. Door het Bolognaproces is het makkelijker geworden om binnen Europa samen te werken en kennis uit te wisselen. Dat heeft onder meer geleid tot een grotere mobiliteit van studenten, docenten en andere onderwijsprofessionals, de invoering van een bachelor-masterstructuur, overdracht van studiepunten, samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bevordering van de samenwerking in de kwaliteitsbewaking.”

Op welk resultaat van de afgelopen jaren mag de EU wat u betreft het trotste zijn? 

“Terugkijkend op de afgelopen jaren mag de EU tevreden zijn met het Europese Universiteitsinitiatief. Dit initiatief, waar vijf hogescholen momenteel in participeren, heeft als doel een Europees hoger onderwijsgebied te creëren, innovatie te stimuleren en de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het Europese hoger onderwijs te verbeteren. Het initiatief moedigt om deze reden (inter)regionale samenwerking en netwerkvorming aan tussen hoger onderwijsinstellingen in heel Europa.”

 

“De samenwerking tussen de verschillende Europese instellingen brengt nieuwe generaties creatieve Europeanen samen in verschillende disciplines. Het is een mooi initiatief waarbij studenten meer toegang tot diverse educatieve mogelijkheden wordt geboden. Zij kunnen profiteren van de expertise van meerdere instellingen en tevens leren samenwerken over taal-, grens- en disciplinebarrières heen om zo in een Europees verband samen te werken aan de maatschappelijke uitdagingen waarmee Europa wordt geconfronteerd. We gaan er vanuit dat het ook in een volgende termijn mogelijk zal zijn om nog meer hogescholen aan te sluiten bij het Europese Universiteitsinitiatief.”

Waarmee zouden Parlement en Commissie de komende vijf jaar nu echt het verschil maken voor kennisinstellingen?

“Wat ons betreft maakt de EU zich de komende vijf jaar sterker voor een volgend Erasmus+ programma, waarin onder andere aandacht besteed wordt aan het vereenvoudigen van administratieve procedures voor gezamenlijke onderzoeksprojecten, mobiliteit, en onderwijsprojecten tussen Europese landen (bijvoorbeeld Erasmus Without Papers). Ook kan het Parlement en de Commissie het verschil maken door te zorgen voor een stabiele en groeiende financiering voor onderzoek en innovatie. Dit omvat niet alleen het behoud van bestaande programma's zoals Horizon Europe met aandacht voor het kennis- en innovatie-ecosystemen, maar ook synergie met de middelen uit de structuurfondsen (EFRO/Interreg). Ook het streven naar verdere verhogingen van het praktijkgericht onderzoeksbudget en tevens laagdrempelig te maken voor verschillende soorten instellingen.”

Hoe kunnen we Nederlands en Europees beleid beter aan elkaar koppelen, indachtig de recente adviezen van de Onderwijsraad en AWTI?

“Nederland maakt bovengemiddeld gebruik van de Europese onderzoeks- en innovatie-instrumenten maar dat geldt (nog) niet voor de Nederlandse hogescholen. Dat komt terug in de aanbevelingen van de AWTI. Het is de ambitie van onze hogescholen om de participatie van hogescholen verder te vergroten. Het praktijkgericht onderzoek vindt nadrukkelijk plaats in een regionale context met nadruk op de innovatiekracht van het mkb en wordt uitgevoerd in co-creatie met het onderwijs en de beroepspraktijk. Landelijk sluit het hbo aan bij ontwikkelingen, zoals de hbo thematafels die nauw betrokken zijn bij het Kennis- en Innovatiebeleid. Naar analogie van het AWTI is het nodig om samen met de kennispartners beter gebruik te maken van de kansen die het EU-beleid biedt en te zorgen dat regionaal, nationaal en EU-beleid elkaar versterken en/of aanvullen. Een verhoogde deelname van hogescholen aan de onderzoeksprogramma’s zal niet alleen leiden tot een bijdrage aan de maatschappelijke uitdagingen, maar het draagt ook bij aan een verdere groei van het praktijkgericht onderzoek en innovatie tot economische groei en werkgelegenheid in de regio's waar de hogescholen gevestigd zijn.”

Welke bijdragen heeft uw eigen sector te bieden aan Europa?

“De Europese onderzoeks- en innovatieprogramma’s bieden hogescholen kansen om in samenwerking met kennispartners uit andere Europese regio’s onderzoek te doen en te leren van elkaar in Europa. De New European Innovation Agenda heeft de focus op de diverse instrumenten voor het realiseren van impact in de regio en draagt zo bij aan de ambitie van onze vereniging om de regionale sleutelfunctie van hogescholen te versterken. De Europese samenwerking stelt hogescholen in staat om hun onderzoeksactiviteiten uit te breiden en te verdiepen. Maar bovenal leveren hogescholen met ons praktijkgericht onderzoek in Europa een bijdrage aan de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor verschillende maatschappelijke uitdagingen in Europa zoals de digitalisering van het onderwijs, energietransitie, de vergrijzing van de bevolking, en de behoefte aan innovatieve oplossingen voor maatschappelijke ontwikkelingen in diverse bedrijfstakken, zoals circulaire economie, duurzame landbouw en agrofood.”

 

“Verdere inzet op internationalisering van het praktijkgericht onderzoek is een blijvende uitdaging voor hogescholen. Er is nog kennisopbouw nodig bij Nederlandse hogescholen om mee te kunnen doen als speler bij EU projecten. De inzet is bouwen aan een kwalitatief sterk Europees netwerk in de Europa via UAS4Europe en in Nederland via UASNL. De afgelopen jaren groeit het aantal hogescholen dat ervoor kiest om hier in te investeren. De VH zet samen met haar leden in op een versterking van de Europese netwerken, en ervaring opdoen met Europese subsidieprogramma’s.”

Context

In aanloop naar de Europese Verkiezingen (6 – 9 juni) publiceert Neth-ER wekelijks een schriftelijk interview met vertegenwoordigers, bestuursleden en andere sleutelspelers binnen het Nederlandse kennisveld over Europese kwesties en thema’s. Vorige week sprak Neth-ER met Titia Bredée over het Erasmus+ programma, en haar verwachtingen van de Commissie en het Parlement.