In de aanloop naar Horizon Europe wordt er flink gesleuteld aan het partnerschappenlandschap. Het aantal partnerschappen daalt en ook de verschillende vormen worden verminderd. Met nog één jaar te gaan, maakt Neth-ER voor u de balans op. Waarom wordt er hervormd, wat is er tot nu toe gedaan en wat mogen we nog verwachten?


Partnerschappen in 2020, de stand van zaken

Waarom ook alweer vernieuwen?

Eén van de grote veranderingen in de overgang van Horizon 2020 naar Horizon Europe is een versimpeling van het partnerschappenlandschap. Sinds de introductie van de eerste partnerschappen in het zesde Kaderprogramma is er volgens de Commissie een wildgroei aan partnerschappen ontstaan. In Horizon 2020 mondde dit zelfs uit in meer dan 100 partnerschappen op evenveel thema’s, met acht verschillende vormen. Een “rationalisering van het financieringslandschap” is daarom noodzakelijk, aldus de Commissie in de interim evaluatie van Horizon 2020.

Versimpeling in tweevoud

Horizon Europe stroomlijnt het landschap op twee manieren. Allereerst door het aantal vormen terug te brengen tot drie, namelijk de co-programmed, co-funded en institutionalised partnerschappen. Daarbij hoort wel de kanttekening dat de geïnstitutionaliseerde vorm eigenlijk twee types met een verschillende juridische basis beslaat, wat andere eisen met zich meebrengt. Nog belangrijker is het voorstel van de Commissie om het aantal partnerschappen terug te brengen zodat er slechts ruimte blijft voor de meest nuttige. In de verordening van Horizon Europe is daarom bepaald dat thema’s enkel een partnerschap krijgen als het Kaderprogramma geen geschikter instrument bevat. Het strategisch plan legt vast welke thema’s dat zijn. Ook zullen de partnerschappen opengesteld worden voor een grotere groep deelnemers en uitvoerders, met vanaf het begin een duidelijke einddatum.

Vernieuwing tot nu toe

De Commissie presenteerde haar eerste oriëntaties op het strategisch plan in juni 2019. Daarin was ruimte voor 44 mogelijke partnerschappen, waarvan 8 EIT Knowledge and Innovation Communities (KIC’s). Na meerdere publieke consultaties, de R&I Days en raadpleging van de lidstaten, bleek dat deze lijst te beperkt was. Aan de 44 kandidaten werden er vijf toegevoegd: One Health AMRGeological Service for EuropeSustainable, Smart and Inclusive Cities and CommunitiesZero-emission Waterborne Transport en de nieuwe EIT-KIC voor culturele en creatieve industrieën. Het totaal aan partnerschapskandidaten in de definitieve oriëntaties op het strategisch plan staat daarmee op 49.

Staat het aantal nu vast?

Anders dan de naam “definitieve oriëntaties” doet vermoeden, zijn de 49 voorgestelde partnerschappen niet definitief. In de loop van Horizon Europe kunnen er meer of minder starten, en wel om drie redenen. Allereerst zijn de oriëntaties weliswaar definitief, maar betreft het nog steeds een verkenning. Het strategisch plan zelf moet nog geschreven worden. Daarnaast bevat de lijst 49 kandidaten. Deze zullen uiteindelijk alleen doorgang vinden als de beoogde partners zich voldoende committeren. Een grote vraag daarbij is of de lidstaten met genoeg geld over de brug komen. Ten slotte beperkt het strategisch plan zich tot de eerste vier jaar van Horizon Europe. Het plan zal dus aangeven welke partnerschappen in de periode 2021-2024 mogen starten, maar niet voor de periode daarna.

In 2020 inhoud bepalen

Dit voorjaar zal de Commissie samen met de beoogde partners bepalen waar de partnerschappen over moeten gaan. Daarbij is een grote rol weggelegd voor de lidstaten en industriële partners, die financieel zullen moeten bijdragen. Dit voorjaar zal in workshops per kandidaat de beoogde inhoud bepaald worden. Naar verwachting zullen de uiteindelijke medegefinancierde en medegeprogrammeerde partnerschappen tegen de zomer opgenomen worden in het strategisch plan. Voor de geïnstitutionaliseerde partnerschappen geldt zelfs dat er per partnerschap een aparte wetstekst moet worden opgesteld en aangenomen voor het einde van het jaar.

En na 2020?

Volgend jaar zullen de Commissie en de lidstaten verder werken aan de versimpeling. Een groot deel van de partnerschappen zal pas na 2021 van start gaan. Dit geldt bijvoorbeeld voor vijf van de acht voorstellen op het gebied van gezondheid, zo blijkt uit de oriëntaties op het strategisch plan. Veel acties in Horizon 2020 lopen immers nog enkele jaren door, waardoor een nieuw partnerschap in 2021 een verdubbeling zou betekenen. Verder zal een Forum for R&I Partnerships, bestaande uit lidstaten en Commissie, elke twee jaar het partnerschappenlandschap monitoren. De eerste daarvan staat gepland voor 2022. Op de langere termijn zal ook nagedacht moeten worden over het tweede strategisch plan voor Horizon Europe. Daarvoor zal de Commissie uiterlijk in 2023 het nieuwe landschap evalueren. Vervolgens zal besloten moeten worden of partnerschappen doorgaan en of er aanvullende thema’s nodig zijn.

Conclusie

Het is nog te vroeg om te constateren of de hervorming een succes is. De kwantitatieve doelen lijken gehaald. Zo is het aantal partnerschappen met de helft verminderd, zelfs nadat er vijf zijn toegevoegd. Hetzelfde geldt voor het aantal vormen. Een belangrijkere vraag is of de doelstelling bereikt is om projectfinanciering daadwerkelijk simpeler te maken. Het zal nog moeten blijken of onderzoekers in de praktijk zullen profiteren van de hervormingen.

Context

Partnerschappen vormen één van de instrumenten in Horizon Europe. Onderzoekers kunnen geld ontvangen uit een partnerschap als zij werken aan een gerelateerd thema. Voor sommige partnerschappen geldt dat onderzoekers alleen geld mogen ontvangen van een partnerschap als hun lidstaat daar ook aan deelneemt (medegefinancierd en geïnstitutionaliseerd). Het budget voor alle partnerschappen samen is in de verordening vastgelegd op “minder dan de helft van pijler 2”.