Europese onderwijssystemen hebben steeds meer te maken met lerarentekorten. Dat blijkt uit de Onderwijs- en opleidingsmonitor van dit jaar, waarin de Commissie de voortgang op de Europese onderwijsruimte evalueert en nationale onderwijsprestaties met elkaar vergelijkt. Dit jaar staat in het teken van leraren. Nederland scoort verschillend op de uitvoering van het lerarenberoep en ook met gemengde resultaten op alle onderwijsniveaus.


Europese landen kampen met groeiende lerarentekorten

Een Europees probleem

Een tekort aan leraren wordt een steeds grotere zorg in Europa. Dat blijkt uit de Onderwijs- en opleidingsmonitor van de Europese Commissie. Daarin evalueert de Commissie het onderwijs in Europa en vergelijkt zij de onderwijssystemen van de lidstaten. Naast haar vergelijkingsrapport voor nationale onderwijssystemen, presenteerde de Commissie ook de Monitor Toolbox, waarmee men kan inzien hoe landen scoren op bepaalde indicatoren van de monitor. In veel Europese landen met een lerarentekort ervaren leraren vaak onderwaardering en hoge werkdruk. Vooral in het beroepsonderwijs zijn de tekorten zorgwekkend hoog. Daarnaast stijgt de gemiddelde leeftijd van leraren over het algemeen steeds meer. Naast veel andere lidstaten nam ook Nederland aanzienlijke maatregelen om de werkgelegenheid te verbeteren, onder andere door middel van financiële beloningen en salarisverhoging om het beroep aantrekkelijker te maken.

Het beroep van Nederlandse leraren

Nederland heeft gemengde scores op de indicatoren die de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep meten. Uit de indicatoren van de Toolbox blijkt dat Nederlandse leraren minder tijd aan lesgeven kunnen besteden dan de gemiddelde Europese collega. Een kleine voetnoot hierbij is wel dat voor een aantal landen, namelijk Duitsland, Polen, Griekenland en Ierland, data ontbreken. Nederlandse leraren scoren juist wel bovengemiddeld op hun autonomie, hun inspraak in schoolbeslissingen. Ook ervaren zij meer maatschappelijke waardering voor hun beroep dan het EU-gemiddelde. Toch kan Nederland zeker nog wat leren van een land als Finland, waar deze ervaring twee keer zo hoog is als in Nederland.  

Nederlandse deelname aan het hoger onderwijs gedaald

De inzichten van de monitor reflecteren ook op de verschillende onderwijslagen. De leesvaardigheid van leerlingen in het primair en secundair onderwijs is gedaald ten opzichte van vorig jaar. Het aantal voortijdige schoolverlaters is gestegen, alhoewel dit onder het Europese gemiddelde blijft. Het Nederlandse beroepsonderwijs heeft relatief goede arbeidsmarktvooruitzichten, vanwege een hoog aandeel van afgestudeerden met leerwerkplekken. Relatief veel Nederlanders zijn in het bezit van een tertiair onderwijsdiploma. De deelname aan het hoger onderwijs is wel gedaald ten opzichte van de goede cijfers van vorig jaar. Het aantal eerstejaarsstudenten verminderde en het uitvalpercentage steeg juist. De deelname aan het volwassenenonderwijs ligt vrij hoog, al blijft laaggeletterdheid een aandachtspunt.

Context

Elk jaar publiceert de Commissie haar Onderwijs- en opleidingsmonitor om de voortgang op de doelen van de Europese Onderwijsruimte te meten. De Commissie benadrukt wel dat de nationale verschillen in onderwijsstructuren zo groot zijn en dat de vergelijkingen dus genuanceerd moeten worden bekeken. Bij de uitkomsten van vorig jaar boekte Nederland veel vooruitgang op deelname aan het hoger onderwijs. In 2019 lag de focus ook al op lerarentekorten en in 2020 lag deze op digitale basisvaardigheden tijdens de coronapandemie. In 2021 ging het vooral over het welzijn van leerlingen en leraren. Afgelopen jaar was er veel aandacht voor ongelijkheden in het onderwijs.