14 mei 2020

Uitgelicht: project InterConnect – TNO

Eveline Goesten

Eveline Goesten

Beleidsmedewerker

Stel uw vraag

Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers

Deel dit artikel

ATELIER van de Hogeschool van Amsterdam, is het project InterConnect de tweede in de reeks. Voor het project dat is gericht op digitalisering en energie wordt bijna 30 miljoen euro aan subsidie ontvangen uit het Horizon 2020 programma. Wat is het verhaal achter dit project? Wat zijn de beoogde doelstellingen en welke kansen en uitdagingen komen daarbij kijken?


&source=https://www.neth-er.eu/" target="_blank" style="margin:0 10px">

Neth-ER neemt u de komende tijd mee voor een kijkje achter de schermen bij een bijzonder Europees project van één van onze leden of hun achterban. Een relatief nieuwe rubriek onder de naam: ‘Uitgelicht!’. Na ATELIER van de Hogeschool van Amsterdam, is het project InterConnect de tweede in de reeks. Voor het project dat is gericht op digitalisering en energie wordt bijna 30 miljoen euro aan subsidie ontvangen uit het Horizon 2020 programma. Wat is het verhaal achter dit project? Wat zijn de beoogde doelstellingen en welke kansen en uitdagingen komen daarbij kijken?


Uitgelicht: project InterConnect – TNO

InterConnect - de definitie van interoperabiliteit

Bekend met het woord interoperabiliteit? Er is sprake van interoperabiliteit als apparaten dezelfde taal spreken en elkaar begrijpen (interoperabel zijn), zodat het mogelijk wordt dat het ecosysteem in een huis ervoor zorgt dat het licht in de woonkamer zichzelf dimt tijdens het kiezen van een film, en de muziek aangaat als de film start. Van een slimme stekker, tot internet op je televisie, van een airconditioning tot aan een draadloze speaker. Ongeacht het merk van de apparatuur. Het project InterConnect gaat echter verder dan de woonkamer en op een veel grotere schaal, het richt zich namelijk op de interoperabiliteit tussen woningen, gebouwen en energiesystemen (smart grids). Zo omschrijft Laura Daniele, Senior Wetenschapper bij TNO: “in huizen, gebouwen en met grids gebeuren nu al coole dingen, maar het is uniek om deze domeinen met elkaar te combineren, zodat alles met elkaar gaat praten”.  

Karakter van het project - Internet of Things

InterConnect is een groot Europees project dat een bijdrage levert aan de verdere digitalisering van de elektriciteitssector en het koppelen daarvan met slimme apparaten, huizen en gebouwen. Daar is een goede architectuur en platform voor nodig, en dat is precies wat TNO binnen dit project coördineert. De architectuur en oplossingen die binnen het project worden ontwikkeld zijn gebaseerd op de Internet of Things (IoT), in combinatie met andere digitale technologieën, zoals kunstmatige intelligentie (AI), Big Data en Smart Grids. Zo wordt de interoperabiliteit tussen apparatuur en systemen mogelijk gemaakt, en tegelijkertijd privacy en cybersecurity gegarandeerd. Maar, onderschat de moeilijkheidsgraad van het project niet, want het is ingewikkeld om alle domeinen met elkaar te verbinden. Zo geeft ook Laura aan: “we hebben alle apparatuur, maar we benutten niet de data, de mogelijkheden om deze te koppelen en het potentieel om deze te gebruiken voor de ontwikkeling van nieuwe diensten.”

Een goed netwerk en een gemeenschappelijke taal

InterConnect kent geen grenzen. Aan het project doen 50 partners mee, vanuit 11 Europese landen, met pilots in Portugal, Frankrijk, Griekenland, Duitsland, België, Italië en Nederland. TNO is een van de 50 partners, maar een onbekende in het netwerk is de onderzoeksorganisatie niet. In het consortium werd al voor langere tijd door veel van de partners met elkaar samengewerkt. Het project InterConnect was daarom een sterke kandidaat toen de Commissie de Horizon 2020 call publiceerde. Het feit dat voorstellen zouden moeten worden gebaseerd op SAREF, een gestandaardiseerde gemeenschappelijke taal voor interoperabiliteit, heeft hier overigens ook een steentje aan bijgedragen. TNO, met Laura, en in samenwerking met de fabrikanten van slimme apparatuur, heeft deze taal ontwikkeld, en gaat met dit project een volgende fase in.

Pilot in het Strijp-S district - Eindhoven

Nederland huisvest één van de zeven pilots die wordt uitgevoerd onder InterConnect. Deze vindt plaats in Eindhoven, op het voormalige Philips-industrieterrein in de wijk Strijp-S. Strijp-S wordt door VolkerWessels samen met Gemeente Eindhoven omgevormd tot een leefbare, creatieve en slimme wijk. Passend bij deze ambitie zijn er al verschillende innovatieve projecten gerealiseerd. De nieuwe Interconnect pilot wordt uitgevoerd door TNO en VolkerWessels iCity, in samenwerking met de Vrije Universiteit, Hyrde IoT, VolkerWessels Telecom en Recognize. De Pilot maakt gebruik van 2 gebouwen, met onder andere 150 appartementen en circa 10.000m2 aan commerciële ruimte. Een IoT-platform, gebruikmakend van lokale data, maakt software en nieuwe diensten mogelijk. Hierdoor kunnen inwoners gebruikmaken van diverse diensten die kunnen leiden tot de verbetering van de leefomgeving, het meer en beter gebruiken van duurzame energie zoals slim opladen en het delen van elektrische voertuigen op gebouwniveau. Tegelijkertijd dragen de inwoners hiermee bij aan de ontwikkeling van de interoperabiliteit van het platform, waardoor compleet nieuwe diensten mogelijk gaan worden. 

Interoperabiliteit in de toekomst

De pilot biedt een nieuw perspectief op het bezit van persoonlijke data: de inwoner koopt of huurt een huis en kan ervoor kiezen om (een deel van) hun data te gebruiken om de diensten te benutten die voortkomen uit big data op grote schaal in het gebouw, inclusief diensten die we nu nog niet eens kunnen voorstellen. Laura ziet meer dan voldoende kansen, want in de toekomst zou data met een open interoperabiliteitsraamwerk kunnen worden meegedragen en naar wens worden ingezet. Om zo bijvoorbeeld te wisselen van de ene dienstenleverancier naar een ander. Uiteraard rekening houdend met de privacy voorkeuren van de gebruiker, die moet de controle blijven houden. Tegelijkertijd biedt een dergelijke situatie mogelijkheden om de diensten af te stemmen op de behoefte van de klant en dit kan leiden tot effectiever energiemanagement. Niet alleen voor een woonhuis, maar voor een heel gebouw en zelfs voor de hele buurt. Daarom is de vroegtijdige betrokkkenheid van gebouweigenaren als Bouwinvest bij deze ontwikkelingen ook zo nuttig. Je zou het kunnen zien als een win-win scenario. 

InterConnect en het Nederlands kennisveld

Het project InterConnect biedt het Nederlands kennisveld de kans om bij te dragen aan de ambities van de Europese Unie. De rol van TNO in het project InterConnect, en de samenwerking met de Vrije Universiteit en VolkerWessels binnen de pilot, tonen dit goed aan. De pilots zullen uiteindelijk moeten leiden tot een ecosysteem met marktgedreven implementaties en een marktplaats van diensten, met als doel om een brug te slaan tussen het IoT en energie, en de creatie van een interoperabiliteitsraamwerk, gebaseerd op SAREF. De taal die notabene door TNO is gecreëerd. En zo krijgt het Nederlands kennisveld, naast de kans om een bijdrage leveren op het gebied van digitalisering, ook de kans om haar expertise te showcasen op het gebied van interoperabiliteit.

Toekomstvisie: bruggen blijven slaan

Het project InterConnect heeft een loopduur van 4 jaar, maar volgens Laura wordt er niet gewacht tot het project afloopt, voordat er wordt begonnen met nadenken over de volgende stap. Laura zou het liefst via InterConnect een trend of een hype willen creëren, waardoor er steeds meer mensen en bedrijven betrokken raken bij de visie die schuilgaat achter het project. Het is een van de redenen waarom InterConnect van start gaat met open calls voor het MKB: gebruik maken van de Interconnect-pilots om ideeën en innovatieve diensten van anderen te stimuleren die het ecosysteem verder kunnen uitbreiden. Zo kan er niet alleen een brug worden geslagen tussen dat waar het project oorspronkelijk voor bedoeld is, namelijk tussen het IoT en energie, maar ook tussen échte fysieke dingen, zoals industrie en universiteiten, kantoren en theaters.