Dossier: Science for Policy

Met de term Science for Policy wordt verwezen naar hoe de wetenschap beleidsmakers kan adviseren. Deze adviezen kunnen beleidsmakers op weg helpen om juiste besluiten te nemen over ingewikkelde onderwerpen waar diepgaande kennis voor nodig is. Met de toenemende toegang tot informatie in de huidige tijd is het belangrijk dat wet- en regelgeving wordt gebaseerd op juiste onderzoeken. Communicatie tussen de wetenschap en de beleidsmakers is daarom cruciaal.


Laatste ontwikkelingen

Het Spaans voorzitterschap van de Raad werkt aan conclusies over onder andere wetenschappelijk beleidsadvies. In het concept stelt de Raad dat op feiten gebaseerde kennis een grotere rol moet gaan spelen in het beleidsproces voor het identificeren van politieke uitdagingen, analyse van de uitdagingen en een beoordeling van de potentiële impact van beleid. Zij moet de Commissie aan om in samenwerking met de lidstaten het concept Science for Policy (S4P) verder te ontwikkelen en het concept te promoten door bewustzijn te creëeren in maatschappijen van de toegevoegde waarde van het integreren van wetenschappelijke kennis bij het ontwerpen van beleid; bestaande praktijken en systemen in kaart te brengen; behoeften van autoriteiten op het terrein van S4P te onderzoeken; evaluatieraamwerken voor de kwaliteit van het S4P ecosysteem te creëeren; en goede praktijken uit te wisselen. Ook wil zij dat er een Europees ecosysteem komt die verschillende wetenschappelijke en beleidsmakende gemeenschappen in Europa verbind, samenwerking tussen relevante actoren en netwerken stimuleert en intersectorale mobiliteit van staf tussen wetenschappelijke instellingen en overheidsadministraties verkent. 

Laatst geüpdatet: 22 augustus 2023

Waarom wetenschappelijk beleidsadvies?

Beleidsmakers die wetenschappelijke inzichten overwegen bij het ontwerpen en uitvoeren van beleid kunnen effectiever beleid maken. Bovendien ondersteunt wetenschap het democratisch proces door feiten aan te dragen die het debat over voorgesteld beleid begeleiden. Als beleid zonder gebruik van wetenschap wordt ontwikkeld is er kans dat beleid het onderliggende probleem niet oplost en wellicht zelfs tot onbedoelde gevolgen leidt. Wetenschap kan helpen om het beleidsprobleem te begrijpen, verschillende beleidsopties te identificeren, oplossingen te ontwerpen en feiten van politieke motieven te onderscheiden in het publieke debat.

Uitdagingen op het gebied van wetenschap voor beleid

De wereld staat voor grote uitdagingen, zoals de groene en digitale transitie en geopolitieke verschuivingen. Het maken van beleid in onzekere tijden kan lastig zijn en daarom kan wetenschappelijk advies beleidsmakers ondersteunen bij het maken van de juiste beslissingen. De Covid-19 pandemie heeft laten zien dat een goede relatie tussen beleid en wetenschap in een snel veranderende wereld belangrijk is, zeker gezien de groete toegang tot informatie en helaas ook desinformatie die druk zetten op het vertrouwen in de wetenschap en de overheid. Voor de organisaties en wetenschappers die zich bezighouden met beleidsadvies brengt de snel veranderende wereld uitdagingen met zich mee. Als er snel advies nodig is, is er coördinatie vereist, om elkaar tegensprekende berichtgeving te vermijden. Dit leidt namelijk tot verminderd vertrouwen in de wetenschap en overheid en bovendien is dubbel werk een verspilling van publieke middelen. Beleidsmakers anderzijds moeten zich behoeden om ongewenste resultaten uit de wetenschap naast zich neer te leggen, maar moeten zich ook niet enkel door de wetenschap laten leiden om politieke beslissingen te rechtvaardigen.

Wetenschappelijk beleidsadvies op Europees niveau

De EU heeft op feiten gebaseerd beleid hoog in het vaandel staan. Het is dan ook één van de speerpunten uit de Europese agenda voor betere regelgeving die zij al in 2002 in het leven riep. Zo integreert zij bijvoorbeeld strategische toekomstverkenningen in de vormgeving van haar beleid.
Daarnaast ondersteunt de agenda betere verbindingen tussen wetenschap en beleid op EU-niveau. De meest recente editie van de agenda voor betere regelgeving uit 2021 stelt dat wetenschappelijk bewijs essentieel is voor een accurate beschrijving van problemen, begrip van causaliteit en interventielogica. Ook voor het evalueren van impact is bewijs uit de wetenschap onmisbaar. De EU heeft verschillende instanties die beleidsmakers op EU- alsook lidstaatniveau voeden met wetenschappelijke inzichten. Voorbeelden daarvan zijn:

  • Joint Research Centre (JRC), belegd met het creëren, begrijpelijk maken en verspreiden van kennis ter ondersteuning van beleid. Ook ontwikkelt zij innovatieve tools en anticipeert zij op opkomende kwesties. Het JRC is onderdeel van de Commissie.
  • Het Science Advice Mechanism (SAM) is een dienst die de Commissie in 2015 oprichtte en onafhankelijk wetenschappelijk advies geeft aan de Commissie. SAM wordt met name ingezet wanneer er nood is aan nieuwe beleidsinitiatieven, zo gaan recente adviezen over een systematische aanpak voor de energietransitie, toekomstige pandemieën en een duurzaam voedselsysteem.  De dienst bestaat uit drie componenten:
    • De Group of Chief Scientific Advisors (GCSA), bestaande uit zeven topwetenschappers die onafhankelijke wetenschappelijk advies geven aan de Commissie. Het laatste advies ging bijvoorbeeld over strategisch crisismanagement.
    • De GSCA wordt op haar beurt weer bij gestaan door de groep Scientific Advice for Policy by European Academies (SAPEA). SAPEA bestaat uit verschillende Europese academies en Europese netwerken van academies. SAPEA bekijkt en toetst het bestaande wetenschappelijke beleid van het onderwerp waarop de GSCA advies moet uitbrengen.
    • Een secretariaat binnen het DG RTD van de Europese Commissie en het JRC. Het secretariaat zorgt ervoor dat SAM goed opereert en de wetenschappelijke adviezen tijdig op de juiste tafels terecht komen, verzorgen contacten met stakeholders en geven ook advies over het verbeteren van verbindingen en relaties tussen beleidsmakers en organisaties die zich bezighouden met beleidsadvies.
  • Het Panel for the Future of Science and Technology (STOA) is de wetenschappelijke dienst van het Europees Parlement. Het bestaat uit 27 Europarlementariërs, genomineerd door de commissies van het Parlement.  Zij schrijven onafhankelijke studies voor commissies en andere organen van het Parlement. Ook organiseert STOA conferenties over prangende onderwerpen, zoals over wetenschappelijke vrijheid.
  • Het Europees Parlement heeft nog een andere interne onderzoeksdienst en denktank, genaamd de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement (EPRS). Zij staat leden van het Parlement bij in hun parlementaire werkzaamheden door hen te voorzien van onafhankelijke en betrouwbare analyses over beleidskwesties.
  • Het European Science Advisors Forum (ESAF) is een onafhankelijk, informeel netwerk van Europese wetenschappelijke strategische adviseurs. ESAF opereert onafhankelijk van het bovengenoemde SAM en is opgezet om uitwisseling en toegang tot kennis voor het geven van wetenschappelijk advies te faciliteren. Het Forum ontmoet elkaar ten minste eenmaal per jaar.  
  • Het EU Agencies Network on Science Advice (EU-ANSA) opereert onder het Heads of EU Agencies Network. Het EU-ANSA is opgesteld uit belangrijke wetenschappers uit 15 EU-agentschappen die technisch en wetenschappelijk advies geven aan de beleidsmakers van de EU en haar lidstaten.
  • Het European Parliamentary Technology Assessment (EPTA) is een Europees netwerk van 26 leden die zich bezighouden met wetenschappelijk advies over de maatschappelijke, ecologische en economische impact van nieuwe wetenschap en technologieën. Het platform werd opgericht door het Europees Parlement. Het is vooral een netwerk dat van elkaar leert en verschillende praktijken met elkaar vergelijkt. Vanuit Nederland is het Rathenau Instituut aangesloten.

Initiatief om wetenschappelijk beleidsadvies te verbeteren

De EU besteedt de afgelopen jaren aandacht aan het verbeteren van ecosystemen voor wetenschappelijk beleidsadvies, zowel op EU-niveau maar zeker ook in de lidstaten zelf.
Sinds 2020 werkt het JRC bijvoorbeeld aan het Science-for-Policy ecosystemen project waar het structuren, processen en netwerken voor wetenschappelijk beleidsadvies binnen de lidstaten in kaart brengt. In 2020 bracht het JRC ook het Science for Policy Handbook uit. Hierin vinden onderzoekers praktische begeleiding voor wanneer ze zich willen inlaten met beleidsvorming.

Onder DG REFORM bestaat het Technical Support Instrument (TSI), wat specifiek is opgericht om overheden te ondersteunen in het ontwerpen en implementeren van hervormingen. Een voorbeeld van een gefinancierd project is “Building capacity for evidence-informed policymaking in governance and public administration in a post-pandemic Europe”. Zeven landen doen mee aan het project, dat wordt uitgevoerd door de OESO, het JRC en DG Reform. Nederland is een van deze landen.

Vanaf 2021 zorgt de Horizon Europe Policy Support Facility (PSF) onder leiding van DG RTD ervoor dat er meer praktische ondersteuning wordt gegeven aan lidstaten om onderzoeks- en innovatiesystemen te ontwerpen, te implementeren en te evalueren. Het PSF biedt de mogelijkheid om science-for-policy capaciteit te evalueren en om professionele netwerken rondom gedeelde science-for-policy uitdagingen op te zetten.

De Science meets Regions” Preparatory Action onder leiding van het JRC beoogt de bevordering van bewijs-geïnformeerde beleidsvorming op regionaal en lokaal niveau te verbeteren. Het is ook opgericht met het doel om het gat tussen EU-instrumenten op het gebied van Science for Policy, die vooral gericht zijn op nationale overheden, en initiatieven en methodes op regionaal en lokaal niveau te verkleinen.

Nieuwe stappen in het beter verbinden van wetenschap en beleid

De Commissie heeft in 2022 een Staff Working Document (SWD) gepubliceerd over het ondersteunen en verbinden van beleid en wetenschap, getiteld 'Supporting and connecting policymaking in the Member States with scientific research'. Het SWD biedt een overzicht van welk beleid er al is op het gebied van science for policy, geeft beste praktijken weer uit de lidstaten, en geeft mogelijke beleidsopties voor de uitdagingen op het gebied van wetenschappelijk beleidsadvies. Het document ziet drie uitdagingen waar oplossingen voor nodig zijn.

  • Ten eerste moeten er betere verbindingen en relaties gelegd worden tussen wetenschap en beleid, bijvoorbeeld door het creëren van zogenaamde boundary organisations die zich bezighouden met het vertalen van kennis, cross-sectorale samenwerking en de omgang met desinformatie.
  • Ten tweede stellen de auteurs dat wetenschappers en beleidsmakers toegerust worden met professionele competenties voor het gebruik van wetenschap voor beleid. Beiden groepen hebben competenties nodig om bruggen te bouwen tussen de twee groepen.
  • Het verbeteren van de bestuursvormen voor wetenschappelijk beleidsadvies. Voor het opbouwen van vertrouwen tussen wetenschap en beleid zijn er richtlijnen nodig om verwachtingen en verantwoordelijkheid te managen.

Het SWD is bedoeld om de discussie te openen over het verbeteren van science for policy-ecosystemen, zodat de volgende Commissie aan de slag kan met nieuw beleid. In oktober volgend jaar plant de Commissie een groot forum over het onderwerp.

lees meer