Er is in Europa nog genoeg ruimte voor verbetering als het gaat om de bescherming van onderzoekers in nood. Dat stelt Inspireurope in een rapport. Hierin geeft het initiatief te kennen dat er ernstige tekortkomingen zijn op verscheidende gebieden en dat uitbreiding van ondersteuningsprogramma's en processen op Europees, nationaal en institutioneel niveau hoog nodig is. In het rapport worden in totaal acht aanbevelingen uitgelicht.


Europa kan meer doen voor in nood verkerende onderzoekers

Meer steun voor onderzoekers in gevaar  

Europa schiet tekort als het gaat om het ondersteunen van onderzoekers in nood. Dat stelt het initiatief ‘Support, Promote and Integrate Researchers at Risk in Europe’ (Inspireurope). In het rapport Expanding opportunities in Europe for researchers at risk geeft Inspireurope aan dat de EU reeds goed werk heeft verricht als het gaat om het beschermen en ondersteunen van onderzoekers. Er is echter nog genoeg ruimte om het beleid en de betreffende programma’s verder uit te breiden en te verbeteren. Het rapport doet concrete suggesties over wat er moet gebeuren op zowel Europees en nationaal niveau, als op het niveau van hogeronderwijsinstellingen. Als Europa de suggesties volgt kan het op een efficiëntere en meer duurzame wijze onderzoekers uit risicogebieden bijstaan, aldus Inspireurope. Dit zal daarnaast een gewichtige bijdrage leveren aan de kwaliteit van mondiale onderzoeks- en kennisontwikkeling en de diversiteit van denken in zijn geheel vergroten.

Belangrijke aanbevelingen

Inspireurope doet de volgende acht aanbevelingen:

  • Meer erkenning en ondersteuning van onderzoekers die risico lopen in hoger onderwijs en onderzoek. Dit moet uiteindelijk leiden tot meer bewustwording over academische vrijheden en tot een meer divers, gelijk en inclusief onderzoeksveld.
  • Instellen van een Europees beurzenprogramma op basis van bestaande nationale en internationale programma's. Een overkoepelend Europees beurzensysteem kan uiteindelijk leiden tot meer soortgelijke initiatieven op het niveau van de EU-lidstaten.  
  • Opzetten van nationale ondersteuningsprogramma's voor onderzoekers in nood. Dit resulteert in meer uitwisselingen en een verbeterde coördinatie van de activiteiten.
  • De toegang tot bestaande Europese financieringsprogramma's voor onderzoekers in risicosituaties vergemakkelijken. EU-financieringsprogramma's voor onderzoek en onderwijs moeten rekening houden met de specifieke risicosituatie van onderzoekers. Zowel nationale agentschappen als universiteiten kunnen bijdragen door een informerende rol aan te nemen.
  • Het verbeteren en verhelderen van de lange termijn vooruitzichten voor bedreigde onderzoekers. Naast noodsteun moeten de Europese en nationale instrumenten meer gericht zijn op het vergroten van de sociale en professionele mobiliteit van onderzoekers.
  • Uitbreiden van de mogelijkheden buiten de academische wereld voor onderzoekers in nood. Deze onderzoekers moet in staat worden gesteld om een bredere arbeidsmarkt te kunnen verkennen.
  • Rekening houden met diversiteit. Om te zorgen voor een betere integratie van gevluchte onderzoekers moet men rekening houden met de diversiteit, zoals geslacht, etniciteit, handicap, en seksuele identiteit.
  • Verbeteren van de visumtrajecten voor onderzoekers die woonachtig zijn in risicogebieden. De Europese en nationale autoriteiten moeten visumaanvragen versnellen en de bestaande beschermingstrajecten uitbreiden.

Context

Het Inspireurope-project loopt van 1 september 2019 tot en met 31 augustus 2022. Het doel van dit project is om een gecoördineerde en sector overschrijdende Europese alliantie voor de onderzoekers tot stand te brengen. Het initiatief wordt gefinancierd door de Marie Skłodowska-Curie-acties en mede aangestuurd door Scholars at Risk Europe. Met de huidige oorlog in Oekraïne is de behoefte aan beleid en acties ter verdediging van academische vrijheid, institutionele autonomie, en democratische waarden binnen het hoger onderwijs, vergroot. Zo verklaarden veel Europese organisaties zich solidair met Oekraïne en zijn er reeds verschillende initiatieven opgezet om getroffen onderzoekers en studenten te ondersteunen. De European Research Council (ERC) spoorde  onder andere kennisinstellingen aan om gevluchte onderzoekers zoveel mogelijk te helpen.