De Europese Commissie wil met haar Green Deal een transitie in gang zetten naar een koolstofvrije economie. Energietransities in het verleden, zoals de sluitingen van mijnen wereldwijd, hebben grote impact gehad op gemeenschappen. Om vooraf een negatieve impact te voorkomen willen het Da Vinci College en Deltion College met het Erasmus+ KA2 project Edutrans studenten van alle niveaus uitdagen om mee te werken aan de energietransitie. De ontwikkeling van nieuwe en schonere technologieën en producten vraagt om mensen die de vaardigheden bezitten om met deze nieuwe innovaties te kunnen werken.


Uitgelicht: Project Edutrans – Da Vinci & Deltion college

In Cijfers
 

Project

Education & Energy Transition (EduTrans)

Programma

Erasmus+ (KA2- Strategische partnerschappen)

Budget

€ 399.868

Coördinator

ROC Da Vinci College (& Deltion college als partner)

Partners

7 (DEN, DUI, NL, SPA)

Looptijd

2019-2022

 

Onderwijs in transitie 

Het project EduTrans haakt in op één van de grootste wereldwijde uitdagingen van dit moment; de klimaatverandering en bijbehorende noodzaak tot de energietransitie. Er zijn talloze voorbeelden te vinden in de geschiedenis, bijvoorbeeld de sluiting van de mijnen in vele regio’s, waarbij een transitie een enorme impact kan hebben op gemeenschappen als de belangrijkste vorm van kostwinning verdwijnt. De beroepsbevolking moet dus om- en bijgeschoold worden, bleek ook uit een recent onderzoek van Ecorys. Zij becijferden dat de komende tien jaar 23.000 tot 28.000 extra banen nodig zijn in de energietechniek. Het project liep dan ook vooruit op de ambitie die de Europese Commissie toont in de hernieuwde European Skills Agenda for sustainable competitiveness, social fairness and resilience om de beroepsbevolking toe te rusten met de vaardigheden voor de groene transitie.

Vanuit maatschappelijke urgentie

Het Da Vinci College, coördinator van het project, wil een positieve impact van de energietransitie bewerkstelligen door de grote traditionele groep mbo-studenten op zo’n manier op te leiden zodat zij in de toekomst voldoen aan alle behoeften van de industrie. Dit doet zij  al sinds 2013 met het initiatief voor de Duurzaamheidsfabriek, gefocust op de (maritieme) maakindustrie, de energietransitie en smart technology. De duurzame fabriek biedt een plek voor bedrijven – van start-ups tot multinationals – om zo innovatie te stimuleren én een hybride leeromgeving te creëren voor mbo-studenten. Vanuit een gevoel van urgentie en maatschappelijke verantwoordelijkheid om de energietransitie ook grensoverschrijdend aan te pakken besloot de school actie te ondernemen en het Erasmus+ project Edutrans te starten.

Technische modellen voor iedereen

In het project wordt op praktische wijze door mbo-scholen in samenwerking met het bedrijfsleven gewerkt aan de ontwikkeling van veertien modules over technische toepassingen op het gebied van energietransitie, met bijpassend lesmateriaal. Het lesmateriaal wordt ontwikkeld voor studenten van mbo-niveaus 2 tot en met 5 zoals geschaald op het (Europees kwalificatiekader. Daarmee worden ook studenten van de lagere niveaus uitgedaagd mee te werken aan de transitie naar een klimaatneutraal Europa. Daarnaast kunnen bedrijven het materiaal gebruiken om hun personeel bij te scholen.
Hiermee sluit het project naadloos aan bij de visie van de Europese Commissie: a European Green Deal that leaves no one behind en behoort het project tot de 18,6% van de Erasmus+ KA2-projecten in de periode 2014-2020 die bijdraagt aan klimaatdoelstellingen. Het werken met de ontwikkelde modules maakt de studenten niet alleen bewust van de ontwikkelingen en de technische innovaties maar stelt hen ook in staat om ze te gebruiken en innoveren. Het is dan ook noodzakelijk om de schoolse context en de bedrijfscontext meer bij elkaar te brengen. In het project ontwikkelen de scholen de modellen in co-creatie met het bedrijfsleven en gaat uit van hybride leeromgevingen.

Europese samenwerking essentieel

De energietransitie is een onderwerp dat vanzelfsprekend om een internationale aanpak vraagt, waarbij landen samenwerken en hun denkkracht bundelen tot een gecombineerde aanpak. In het project Edutrans wordt samengewerkt tussen zeven mbo-instellingen uit vier verschillende landen: Denemarken, Duitsland, Spanje en Nederland. Vele handen maken immers licht werk. In plaats van zelf veertien modules te ontwerpen, neemt iedere deelnemende school er twee voor haar rekening. De uitdaging zit hem vooral in het uitwerken van goed uitwisselbaar materiaal die in alle verschillende nationale contexten en onderwijssystemen kan worden ingezet.

Groot internationaal bereik

Het projectconsortium voorziet een groot internationaal bereik met het project. Uiteindelijk worden de curricula, ontwikkeld middels het European Credits System for Vocational Education & Training (ECVET) systeem, zo vormgegeven dat de lesmodules internationaal toepasbaar zijn en de leerresultaten van studenten ook in andere Europese landen erkend worden. Uiteindelijk verwacht projectcoördinator André Schoonhoven dat het project een bijdrage zal leveren aan een goed opgeleide beroepsbevolking voor de toekomst die in technisch opzicht optimaal kan bijdragen aan de energietransitie. Uiteindelijk zijn zowel de scholen als bedrijven gebaat bij een nieuwe generatie technisch geschoold personeel.

Stroomversnelling door EU-financiering

De financiering voor het project vanuit het Erasmus+ programma bracht het initiatief in een stroomversnelling. Het merendeel van de partners hadden al positieve samenwerkingservaring in het verleden waardoor de uitvoering van het project soepel verloopt. Belangrijk in het kiezen van de partners was het gevoel van urgentie en de gedeelde visie op de energietransitie in relatie tot het onderwijs en de bereidheid om tijd en energie te stoppen in het vernieuwen van het curriculum op het gebied van energie. De partners hebben een stevige samenwerking met het bedrijfsleven. De coronapandemie bracht uiteraard moeilijkheden met zich mee, toch zijn de partners trots op het feit dat zij ondanks de pandemie de samenwerking met positieve energie en enthousiasme hebben kunnen doorzetten.

Blik op de toekomst

“Met de kennis en het materiaal dat ontwikkeld wordt binnen het project kunnen we straks onze mbo-studenten beter voorbereiden op de energietransitie en het bedrijfsleven zodoende beter bedienen”, aldus André Schoonhoven. De Europese samenwerking leidt ook in Nederland zelf tot meer samenwerking tussen het Da Vinci College en Deltion College. Sinds kort bieden de scholen in samenwerking de opleiding ‘Technicus Engineering - Smart Energy’ aan en ook was het EduTrans project een eerste stap in meer samenwerking rondom de Duurzaamheidsfabriek van Da Vinci. De projectpartners hopen dat de opbrengsten van dit project anderen stimuleert om ook aandacht te besteden aan de energietransitie in hun onderwijs. Zo kan de groene gedachte van dit project zich als een olievlek (of eerder een groene vlek) verspreiden over de rest van Europa en de wereld.