Het State of the Energy Union rapport van de Europese Commissie wijst op teleurstellende overheids- en particuliere uitgaven aan onderzoek en innovatie voor schone energie. Toch tonen de overige thematische analyses positieve resultaten om de EU doelstellingen voor klimaatneutraliteit te halen. Vooral in het overschakelen naar groene energie zijn stappen gemaakt.

State of the Energy Union: teleurstellende investeringen O&I

O&I-investeringen in schone energie lopen terug

Overheids- en particuliere uitgaven aan onderzoek en innovatie (O&I) omtrent schone energie zijn in de afgelopen jaren verminderd, dat blijkt uit het State of the Energy Union rapport dat is aangenomen door de Commissie. Overheidsuitgaven in CO2-arme energietechnologieën waren in 2019 lager dan in 2012. Ook private O&I-investeringen in schone energie zijn het laatste decennium afgenomen. De EU-lidstaten, het bedrijfsleven, de onderzoeksgemeenschap en de Commissie hebben investeringsdoelen gesteld in het European Strategic Energy Technology Plan. Tot nu toe omvatten O&I-investeringen slechts 15% van de nodige investeringen om deze doelen voor 2030 te halen. De Commissie geeft aan zich te willen inzetten om de dalende trend te keren.

Toch positieve analyse nationale energieplannen

Afgezien van investeringen in O&I, wijst de algemene beoordeling van de lidstaten erop dat de meesten op goede koers zijn om de doelstellingen voor schone energie te halen. In het rapport wordt de vooruitgang gestaafd op de vijf dimensies van de energie-unie: transitie naar koolstofvrije energie, inclusief duurzame energiebronnen; energie-efficiëntie; de interne energiemarkt; zelfvoorzienendheid; en onderzoek, innovatie en concurrentievermogen. Uit de resultaten blijkt onder andere dat er vooruitgang is geboekt in het opwekken van duurzame energie. Het rapport benadrukt dat het aandeel groene energie in het gedeelde energienetwerk van de Unie 18,9% bedroeg, en dat de EU naar verwachting haar doelstellingen voor groene energie voor 2020 zal overtreffen.

Nederland goed op weg

Uit de beoordeling van het nationale energie- en klimaatplan (NECP) blijkt dat Nederland een voldoende ambitieuze bijdrage levert. De EU-doelstelling van bruto-eindverbruik van duurzame energie staat op 26% voor 2030. Nederland doelt op 27%, en is op weg om voor 2030 zelfs 30-32% van energie uit duurzame bronnen te halen. Ook bevat het Nederlandse plan in ieder geval tot 2023 voldoende financiële ondersteuning aan innovatie, via regelingen als Topsector Energie, DEI+ (demonstratieprojecten energie en klimaatinnovatie) en HER+ (duurzame energie). Toch geeft de Commissie enkele aanbevelingen mee aan Nederland. Zo vraagt de Commissie om financieringsmaatregelen voor innovatieve projecten gericht op decarbonisatie van de industriesector, waaronder steun voor waterstofprojecten en de bevordering van duurzaam transport.

Context

De Europese Unie wil dat Europa voor 2050 het eerste klimaatneutrale continent wordt. Hiervoor heeft de Commissie het ambitieuze doel gesteld om de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te verminderen voor 2030. Dit rapport van de Commissie over de State of the Energy Union is de eerste sinds het aannemen van de Europese Green Deal, en bevat individuele beoordelingen van nationale energie- en klimaatplannen van alle lidstaten. Het rapport zal nu ieder jaar verschijnen, zo wordt er nagegaan welke bijdrage er wordt geleverd vanuit de EU lidstaten om de klimaatdoelstellingen te halen. De Commissie publiceerde het ‘State of the Energy Union’ rapport op 14 oktober. Dit rapport maakte deel uit van een Green Deal pakket: tegelijkertijd presenteerde de Commissie ook een Mededeling over duurzaamheid in de bouwsector en een strategie om de uitstoot van methaan tegen te gaan.