Nederland moet meer gaan investeren in onderzoek en ontwikkeling en menselijk kapitaal. Dit constateert de Europese Commissie in haar landverslag voor Nederland in het kader van het Europees Semester. De investeringen zijn nodig om de productiviteit te verhogen en een sterk innovatievermogen in stand te houden. Daarnaast zijn verdere investeringen in onderwijs nodig om de arbeidsmarkt te bevorderen. Nieuw in het landverslag is dat de Commissie de sociale pijler heeft meegenomen.

EC: “NL investeert te weinig in O&O en menselijk kapitaal”

O&O voor hogere productiviteit en een sterk innovatieklimaat

Hogere investeringen in onderzoek en ontwikkeling (O&O) zijn nodig om de productiviteit aan te jagen en een sterk innovatieklimaat te behouden. Met name investeringen uit de private sector moeten gestimuleerd worden. Dat stelt de Commissie in het landverslag voor Nederland, de nationale dimensie van het Europees Semester. De Nederlandse O&O-sector kent een hoge productiviteit, echter de Nederlandse doelstelling om minimaal 2,5% van het BBP te investeren in O&O is nog lang niet in zicht. Wel heeft Nederland in vergelijking met 2018 een aanzienlijke vooruitgang geboekt wat betreft investeringen in O&O.

Innovatie en investeringen in de O&O-sector zijn volgens de Commissie ook noodzakelijk om de langetermijndoelstellingen op het gebied van klimaat en de energietransitie te behalen. De Commissie verwijst hierbij naar het Nederlandse concept klimaatakkoord waarin erkend wordt dat onderzoek en innovatie een belangrijke rol spelen in het behalen van de doelstellingen voor 2030 en 2050.

Onderwijs en vaardigheden

Om gelijke kansen op de arbeidsmarkt te bevorderen en inzetbaarheid te vergroten zijn verdere investeringen op het gebied van onderwijs en vaardigheden nodig. Op dit moment is er een grote vraag naar hooggekwalificeerde ICT-specialisten en de verwachting is dat de vraag naar geschoolde werknemers ook op andere gebieden zal toenemen. Ook het lage percentage studenten dat een technische opleiding afrondt is een punt van aandacht: slechts 15% van de Nederlandse studenten doet dat, terwijl het EU-gemiddelde op 26% ligt. Deelname aan volwassenonderwijs is daarentegen toegenomen maar lifelong learning blijft een uitdaging. Daarnaast is het lage percentage personen met een migratieachtergrond dat hoger onderwijs volgt ten opzichte van autochtone jongeren een punt van aandacht voor Nederland.

Nieuwigheden

Voor het eerst speelt de sociale pijler een rol in het Europees semester. Nederland presteert op de meeste indicatoren zeer goed. Zo behoort Nederland bij digitale vaardigheden tot de beste presteerders. Daarnaast blijkt dat het Nederlands beroepsonderwijs goed presteert in vergelijking met andere lidstaten.

Ook nieuw is dat de Commissie in het landverslag uiteenzet hoe zij denkt dat EU-middelen besteed kunnen worden in de nieuwe programmaperiode en welke onderwerpen daarbij prioriteit zouden moeten krijgen. Dit betreft met name de besteding van structuurfondsen, die in veel lidstaten een aanzienlijk deel uitmaken van de publieke middelen.

Europees semester op EU-niveau

De Commissie beschrijft in het winterpakket van het Europees semester dat de Europese lidstaten zich meer moeten inspannen om de productiviteit te verhogen en de economieën veerkrachtiger te maken. De productiviteitsgroei is namelijk over de gehele linie gematigd gebleven terwijl de vergrijzing toeneemt. Bovendien hebben de snelle technologische ontwikkelingen aanzienlijke gevolgen op de arbeidsmarkt. Daarentegen staat de werkgelegenheid op een recordhoogte en is de werkloosheid lager dan ooit. Ook zijn de overheidsfinanciën in de meeste lidstaten verbeterd.

Context

Het Europees Semester is een jaarlijkse cyclus van begrotings- en economisch beleid. Het winterpakket bestaat uit 28 landverslagen en heeft als doel om de voortgang van de lidstaten te beoordelen bij de uitvoeringen van de landspecifieke aanbevelingen van de Commissie van juli 2018 (het zomerpakket). De landverslagen bieden onderbouwing voor de lidstaten om hun economisch beleid op te stellen. Van de lidstaten wordt nu verwacht dat zij uiterlijk in april een nationaal hervormingsplan presenteren. Aan de hand daarvan zal de Commissie in het voorjaar met nieuwe landspecifieke aanbevelingen komen.