De positie van het Parlement over de Data Act richt zich primair op het aanjagen van innovatie in het bedrijfsleven. Hoewel kennisinstellingen in potentie ook veel te winnen hebben bij de dataverordening, worden zij nauwelijks genoemd. Het Parlement is nu gereed om de onderhandelingen met de lidstaten aan te gaan om tot een akkoord te komen.


Onderzoek nauwelijks genoemd in positie Parlement over Data Act

Focus op industrie, niet op onderzoek

Het Parlement heeft haar positie bepaald ten aanzien van de Data Act. Het Parlement zet in op het aanjagen van industriële innovatie  door barrières weg te halen in de toegang tot data van producten en diensten (bijvoorbeeld uit het Internet of Things). De wetgeving moet bedrijven en instellingen uit de publieke sector namelijk beter in staat stellen data te delen, wat de ontwikkeling van nieuwe diensten zou vergemakkelijken. Over de rol van kennisinstellingen wordt in de positie van het Parlement nauwelijks gerept, waardoor er een kans lijkt te worden gemist om onderzoekers toegang te geven tot meer data ten behoeve van onderzoeksdoeleinden.

Context

In februari 2022 kwam de Commissie met een voorstel voor de Data Act. Nu de positie van het Parlement gereed is kunnen de onderhandelingen met de lidstaten beginnen om de wetgeving aangenomen te krijgen. Eerder uitten verschillende kenniskoepels bedenkingen bij de wetgeving, omdat de rol van hogeronderwijs – en onderzoeksinstellingen niet duidelijk gewaarborgd werd. De positie van het Parlement laat zien dat deze zorgen tot op heden niet zijn geadresseerd.

Mede geschreven door Marouan Moussi.