De vereniging Neth-ER (Netherlands house for Education and Research) is opgericht om het Nederlands kennisveld te informeren over de Europese beleidsontwikkelingen op het gebied van onderzoek en innovatie en onderwijs. Daarnaast faciliteert Neth-ER op uit

Transnationaal onderwijs: how it’s done

Bieden onderwijsinstellingen transnationaal onderwijs alleen aan vanwege financiële motieven? Het antwoord op deze vraag is ontkennend. Sterker nog, ze raden zelfs af om te starten met transnationaal onderwijs vanuit een financieel perspectief. Het blijkt dat onderwijsinstellingen met transnationaal onderwijs beginnen, omdat zij de eigen onderzoeksagenda willen verbreden en gemotiveerd zijn om een nieuwe generatie buitenlandse studenten op een andere manier op te leiden.

Dit zijn slechts enkele observaties uit een recent onderzoek naar transnationaal onderwijs. In het onderzoek delen drie buitenlandse onderwijsinstellingen hun ervaringen met u. Het rapport biedt daarmee een aantal voorbeelden van ‘how it’s done’ om transnationaal onderwijs op te zetten, te managen en te evalueren.

Wat is transnationaal onderwijs?
Transnationaal onderwijs omvat alle vormen van onderwijs die instellingen aanbieden buiten de eigen landgrenzen, zowel online als in real life. Ik heb me bij dit onderzoek - in het kader van mijn stage op het kantoor van Neth-ER - niet alleen gericht op online onderwijs, maar heb ook drie casestudies van fysiek aangeboden transnationaal onderwijs bekeken.

Het rapport van mijn onderzoek bevat de casestudies over de international branch campuses van de Britse University of Nottingham in Maleisië en China, het double degree programme van de Duitse Hochschule Wismar in Indonesië en het double degree programme van de Duitse Hochschule Osnabrück in China. Deze drie projecten van transnationaal onderwijs zijn geselecteerd, omdat zij een divers aanbod aan vormen van transnationaal onderwijs omvatten.

Geen financiële, maar academische motieven voor TNE
De drie geïnterviewde vertegenwoordigers van bovengenoemde onderwijsinstellingen geven allemaal aan dat zij niet door geld gedreven zijn geweest bij het opzetten van transnationaal onderwijs. Dit blijkt onder andere uit het feit dat alle onderzochte projecten opereren zonder winstoogmerk. Wel zoeken zij allen nieuwe kansen voor hun onderzoeksagenda, bijvoorbeeld door het opzetten van nieuwe onderzoekscentra in het buitenland.

De Britse onderzoeksfinanciers hechtten een steeds groter belang aan de impact van onderzoeksprojecten. De University of Nottingham zette de buitenlandse campussen in om aan deze groeiende vraag te voldoen. In de landen waar de campussen staan kan immers een veel grotere impact behaald worden. Dit komt bijvoorbeeld doordat de onderzoeksresultaten de levenskwaliteit in China veel meer kunnen verbeteren dan in het Verenigd Koninkrijk, zowel in omvang van de bevolking als absolute en relatieve toename in de levenskwaliteit.

Verder zien Nottingham, Wismar en Osnabrück kansen om een nieuwe generatie studenten op te leiden in het buitenland. Bovendien biedt transnationaal onderwijs deze instellingen de mogelijkheid de eigen internationaliseringsstrategie een nieuwe impuls te geven. Als relatief kleine hogeschool werd Osnabrück zich bijvoorbeeld bewust van de mondiale impact die de hogeschool kan hebben. De hogeschool verschoof door het transnationaal onderwijs haar blik van de eigen regio naar de wereld.

De risico’s van het vak
Naast deze motieven voor het opzetten van transnationaal onderwijs bevat het rapport ook informatie over de risico’s. Zo zijn er de financiële risico’s. Onderwijsinstellingen mogen vaak geen eigen (publieke) middelen gebruiken voor transnationaal onderwijs. In Nederland is dat ook het geval. De Duitse instellingen maakten daarom gebruik van subsidies van de Deutscher Akademischer Austauschdienst (DAAD), een Duits agentschap dat internationaal onderwijs van Duitse instellingen ondersteunt. Nottingham sprak met zijn partner in China af dat de partner de opbouwfase zou financieren, waarna Nottingham in de steady state via de collegegelden financieel zou bijdragen aan het project.

Eigen personeel heeft sleutelrol
Het eigen personeel speelt volgens de geïnterviewden een belangrijke rol in het succes van hun transnationaal onderwijs. Zowel in het initiëren als het ‘draaiende houden’ is een belangrijke rol weggelegd voor de eigen staf. Het was bijvoorbeeld de toekomstige projectcoördinator van Osnabrück die de eigen universiteit moest overtuigen om het project te starten.

Naast deze intrinsiek gemotiveerde medewerkers zag Nottingham dat het ook nodig is de eigen medewerkers te overtuigen. Nottingham voerde bijvoorbeeld actief beleid om onderzoekers te overtuigen mee te werken aan de campus in China. Deze prikkel was volgens Nottingham nodig om de campus voort te laten bestaan.

Groot verschil in onderwijssystemen
De drie instellingen merken verder een groot verschil tussen de onderwijsculturen van het thuis- en gastland. Voor Wismar werd duidelijk dat Indonesische studenten gewend zijn aan veel begeleiding, terwijl Duitse studenten onafhankelijker te werk gaan. Osnabrück kwam er achter dat Chinese studenten het normaal vinden stukken tekst te kopiëren zonder eigen analyse of uitvoerige bronvermelding. Beide instellingen hebben hiervoor maatregelen genomen om de eigen academische standaarden ook te laten gelden in het transnationaal onderwijs.

Het TNE van morgen begint vandaag
Minister Bussemaker wil transnationaal onderwijs eenvoudiger gaan maken voor Nederlandse instellingen. Dit kondigde zij aan in haar visiebrief voor de internationalisering van het middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs van vorig jaar. Hoewel nog niet duidelijk is hoe deze vereenvoudiging eruit gaat zien, blijkt uit de casestudies dat er goed nagedacht moet worden over de motieven en doelstellingen. Duidelijk is dat het niet iets is waar je rijk van wordt. Goede verhoudingen met instellingen en overheden in het gastland zijn cruciaal gebleken voor de bevraagde instellingen. Ook het interne draagvlak was in alle gevallen essentieel. Kortom, transnationaal onderwijs is een strategische investering waar een langetermijnvisie voor nodig is. Ondanks dat Bussemakers' maatregel nog even op zich laat wachten, begint die langetermijnvisie vandaag al.

Door Hayo Raaphorst, (oud-)stagiair

Meer informatie
Publicatie: Kamerbrief over internationale dimensie van hoger onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs
Artikel Neth-ER: Opportunities and challenges in transnational education