Onderwijs vormt een drijvende kracht achter succesvol herstel na de coronacrisis en moet een plaats krijgen in het Europees herstelplan, volgens de Raad van de Europese Unie. Daarbij onderstreept de Raad het belang van voldoende investeringen en de groeiende rol van digitale onderwijsvormen.

Raad: onderwijs drijvende kracht achter succesvol herstel

Groot belang onderwijs in herstelplan

Onderwijs moet een rol gaan spelen in het Europees herstelplan, zo stelt de Raad van de EU in haar conclusies over het pareren van de COVID-19 crisis met onderwijs en opleiding. Hierbij is het van belang dat er meer investeringen komen in onderwijs, zeker ook op het digitale vlak. Zo moeten lidstaten onder andere meer ondersteuning krijgen in het ontwikkelen van digitale onderwijsvormen en het verbeteren van digitale vaardigheden. Daarnaast worden onderwijsinstellingen aangespoord om digitaal onderwijs verder te integreren binnen het reguliere onderwijsaanbod. Geleerde lessen uit de coronacrisis op het gebied van digitaal onderwijs kunnen bovendien waardevol zijn in de ontwikkeling van de Europese Onderwijsruimte, aldus de Raad.

Virtuele mobiliteit complementair aan fysieke vorm  

Als gevolg van de coronacrisis moet er meer aandacht uitgaan naar kwalitatieve vormen van virtuele mobiliteit. De Raad ziet een complementaire rol voor virtuele en blended mobility binnen Erasmus+, vooral ook om de negatieve gevolgen van corona op studentenmobiliteit op te vangen. Ondanks de potentie van deze vormen van mobiliteit, merkt de Raad op dat het fysieke mobiliteit niet kan vervangen. De Raad wil dan ook dat obstakels voor leermobiliteit weggenomen worden, zodat mobiliteit weer vlot op gang gebracht kan worden. Daarnaast pleit de Raad voor een flexibele implementatie van Erasmus+ fondsen. Als een deel van het budget niet gebruikt kan worden door een mogelijke terugloop van het aantal studenten dat op mobiliteit gaat, kan er zo gemakkelijker geld overgedragen worden aan andere vormen van onderwijssamenwerking.  

Context

De Commissie presenteerde eind mei haar voorstel voor het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021-2027 en bijbehorend Europees herstelfonds. Hierin voorziet de Commissie 24,6 miljard euro (2018 prijzen) voor het nieuwe Erasmus programma. Het herstelfonds voorziet geen middelen voor Erasmus.