Op 17 maart stemt Nederland voor de Tweede Kamer. Een politieke agenda met meer aandacht voor kennis en Europa zou uitkomst bieden om uitdagingen, zoals de gevolgen van de coronacrisis en klimaatverandering, het hoofd te bieden. De 3%-norm van nationale investeringen in onderzoek en innovatie wint draagvlak in aanloop op de verkiezingen. Welke partijen zien het belang in, en leggen de link met Europa? Neth-ER zoomt in op de verkiezingsprogramma’s van de Nederlandse politieke partijen.


Nederlandse verkiezingen en de link met Europa (& kennis)?

Een kennisgerichte politieke agenda

De afgelopen maanden bruiste het in Brussel rondom afspraken over de nieuwe programmaperiode en de Brexit-deal. In Europees verband gaat kennis erop vooruit: zowel het budget van Horizon Europe als Erasmus+ zien een stijging. Nu is de Nederlandse politiek aan zet, met meer partijen dan ooit die zich hebben opgegeven voor de nationale verkiezingen. Een nieuw kabinet zal onder andere verantwoordelijk zijn om de 5,6 miljard euro uit het Europees herstelfonds NextGenerationEU goed te benutten. Een nieuwe Tweede Kamer met aandacht voor kennis en Europa zou uitkomst bieden om uitdagingen aan te pakken zoals de coronapandemie, maar ook digitalisering en de transitie naar een groene economie. Neth-ER heeft alle partijprogramma’s uitgeplozen om te kijken welke partijen de link leggen tussen kennis en Europa.

Investeren, investeren

In aanloop op de Tweede Kamerverkiezingen roept een groeiend aantal partijen zich te willen committeren aan de in Lissabon afgesproken 3%-norm van nationale investeringen in onderzoek en innovatie (O&I). Het CDA, D66 en de ChristenUnie noemen de doelstelling, waar Neth-ER al langer voor pleit, in hun verkiezingsprogramma. De PvdA en GroenLinks sluiten zich hierbij aan. Ook het bedrijfsleven riep in haar visie op tot de 3%-norm. Europese investeringen in O&I blijven momenteel nog structureel achter op die van de Verenigde Staten en China. Het behalen van die strategische positie kan dus alleen als Nederland, en de rest van Europa, zich inspannen om de potentie van de wetenschap te stimuleren. Toewijding in Nederland aan 3% van het bbp naar O&I moedigt het kennisveld ten zeerste aan.

O&I voor een autonoom Europa

Meerdere partijen pleiten voor een zelfvoorzienend Europa in essentiële sectoren door middel van O&I-beleid om de positie van Nederland zelf te versterken. Hiervoor heeft ieder een eigen aanpak op het oog. Om afhankelijkheid van economieën als China en India af te bouwen, stelt het CDA een heuse Made in Europe-strategie voor. De ChristenUnie wil een verstevigd topsectoren- en industriebeleid, ook in Europa. D66 wil als Nederland actief mee doen aan Europese programma’s op innovatie. Zij legt de link met de missies uit Horizon Europe waar Nederlandse missies aansluiting op moeten zoeken. Ook worden de belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) door D66 uitgelicht als prioriteit.

(Digitale) strategische autonomie bereiken

Digitalisering is een hot-topic in de verkiezingsprogramma’s. De strategische autonomie voor Europa en Nederland waar verschillende partijen naar snakken, blijkt prangend voor het digitale tijdperk. Zowel het CDA als D66 pleiten voor Europese afspraken rondom digitalisering en ontwikkeling van een digitale markt. De SGP, de VVD, Volt en de PvdA zien de oplossing voor strategische autonomie in gezamenlijke Europese en/of nationale investeringen in innovatie. De SGP wil investeren in nieuwe technologieën in samenwerking met andere Europese landen om economisch concurrerend te blijven. De VVD ziet de overheid graag als ‘ondernemer’ zodat de maatschappij meer profijt heeft van investeringen in onderzoek. De PvdA doet een vergelijkbare oproep. Zij ziet graag overheidsinvesteringen in baanbrekend fundamenteel onderzoek. Technologische vooruitgang kan volgens de partij niet overgelaten worden aan marktwerking.

Vernieuwde aandacht voor gezondheid

Vier partijen vragen in hun programma’s om vergrote Europese samenwerking op het gebied van gezondheid. De partijen zijn wakker geschud door de coronacrisis en zien het belang in van een zelfvoorzienend Europa wanneer het op gezondheid aankomt. Het CDA wil op nationaal vlak de schaal van medisch en verpleegkundig onderzoek vergroten. Zowel het CDA als de VVD stellen voor een Europees investeringsfonds op te zetten. De VVD doelt specifiek op gezamenlijke ontwikkeling van vaccins, antibiotica en geneesmiddelen voor zeldzame ziektes. Ook GroenLinks wil de Europese banden in de farmaceutische industrie versterken. De partij staat achter het opbouwen van gezamenlijke capaciteit op de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en vaccins. De nieuwe partij Volt ziet graag gezamenlijke inkoop van medicijnen, en pleit (net als GroenLinks) voor herziening van patentwetgeving op medicijnen in Europees verband.

Internationalisering in het onderwijs

Weinig partijen zoeken de Europese dimensie in het onderwijs op. D66 noemt specifiek het Erasmus+-programma, omdat het aansluit op hun wens dat elke student minstent één keer op leermobiliteit kan gaan. Volt doet hier een schepje bovenop: zij willen de mogelijkheden voor mbo- en hbo-studenten uitbreiden om hen dezelfde keuzevrijheid te geven als wo-studenten. Ook vindt zij het hoog tijd om van wederzijdse erkenning van diploma's een realiteit te maken. Daarbij stelt zij wel vast dat het praktischer is om op bilaterale basis te beginnen. De VVD verwelkomt internationaal toptalent, maar waakt hierbij voor een overmatige toestroom van buitenlandse studenten. Dit om de druk op het hoger onderwijs te verlichten en colleges met Nederlands als voertaal te kunnen blijven geven. De VVD wil enerzijds de toestroom van internationale studenten inperken, maar de uitstroom van Nederlandse studenten bevorderen door studenten de mogelijkheid te geven in één klap collegegeldkrediet op te nemen. Het CDA uit zich niet over internationalisering van het onderwijs, maar wil wel aandacht voor de EU als onderdeel van geschiedenis in de nationale curricula. Leerlingen doen als het aan hen ligt een eindexamen over ‘burgerschap, democratie en rechtsstaat’.

Wie gaat de groene transitie trekken?

O&I, maar ook het onderwijs, spelen een grote rol in het waarmaken van de groene transitie. De politiek heeft verschillende ideeën over de aanpak. D66 ziet Nederland graag als een voortrekker in de transitie naar een duurzaam economisch stelsel in Europese context. Hiervoor bepleiten zij inspraak van het mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten in de klimaatplannen op lokaal, nationaal, en Europees niveau. GroenLinks merkt ook een rol op voor Nederlandse universiteiten voor het actief uitdragen van kennis in Europa (en de rest van de wereld), om de landbouw- en voedselsector duurzamer te maken. Volt richt zich op Europa. De partij sluit zich aan bij de Europese Green Deal-plannen, maar vraagt om grotere ambitie om daadwerkelijk klimaatneutraliteit te bereiken.

Deze partijen zeggen iets over…

Om het overzicht in de standpunten te bewaren, toont onderstaande tabel welke thema’s de partijen aansnijden.

 

Lissabon-doelstelling van 3% naar O&I

Europese samenwerking in O&I algemeen

Europese samenwerking in digitalisering

Europese samenwerking in gezondheid

Internationalisering in onderwijs

Europese samenwerking voor klimaatdoelstellingen

CDA

x

x

x

x

 

 

CU

x

x

 

 

 

x

D66

x

x

x

 

x

x

GL

x

x

 

x

 

x

PvdA

x

x

x

 

 

 

SGP

 

 

x

 

 

 

Volt

 

x

x

x

x

x

VVD

 

x

 

x

x

 

Partijen die niet naar voren komen in deze tabel leggen geen expliciete link met kennis in Europese context. De partijprogramma’s van FvD, PVV, PvdD, SP, Bij1 en DENK zijn ook bekeken.

Context

Op 17 maart 2021 vinden de Tweede Kamerverkiezingen in Nederland plaats. Het Nederlandse kennisveld heeft baat bij een Tweede Kamer en kabinet die zich inzetten voor een sterke kenniseconomie, en samenwerking op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie in Europa naar een hoger niveau tillen. Het Nederlandse kennisveld staat achter nauwere onderwijssamenwerking tussen EU-landen, zodat iedereen een periode in het buitenland kan leren en studeren, zonder gehinderd te worden door grenzen. Op het gebied van onderzoek en innovatie roept Neth-ER op tot ambitieuze samenwerking waarin nieuwe ontwikkelingen een plaats krijgen in Europese onderzoekssamenwerking.