20 april 2020
Erasmus+ moet duurzamer, maar fysieke mobiliteit is onvervangbaar
Mariëlle van Heumen
Beleidsmedewerker
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
20 april 2020
Beleidsmedewerker
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Er zijn effectieve maatregelen voor een groener Erasmus+ nodig, maar verduurzaming van mobiliteit mag niet ten koste gaan van de kern van het Erasmus+ programma, namelijk fysieke mobiliteit. Dit schrijft rapporteur Laurence Farreng, lid van de CULT-commissie in het Europees Parlement, in haar conceptversie voor een eigen initiatiefrapport over een groen Erasmus+. In het rapport worden meerdere maatregelen voorgedragen voor verduurzaming, zoals het toevoegen van duurzaamheidsindicatoren en het vergoeden van extra kosten voor duurzaam reizen.
Er zijn effectieve maatregelen nodig om het nieuwe Erasmus+ programma te verduurzamen, maar het is wel belangrijk dat fysieke mobiliteit centraal blijft staan. Dit schrijft Laurence Farreng, lid van de commissie van Cultuur en Onderwijs (CULT) in het Europees Parlement en rapporteur voor het eigen initiatiefrapport Effective measures to ‘green’ Erasmus+, Creative Europe and the European Solidarity Corps. In het conceptrapport dat nog moet worden aangenomen door zowel de CULT-commissie als het Europees Parlement worden een aantal maatregelen voorgesteld die kunnen leiden tot een groener Erasmus+.
Deelnemers aan mobiliteitsprogramma’s moeten de keuze hebben om de meest milieuvriendelijke optie van transport te gebruiken. Extra kosten voor duurzaam vervoer moeten dan ook volledig worden vergoed, aldus rapporteur Laurence Farreng. Hierbij is het wel belangrijk dat de deelname van de kandidaten die geen andere optie hebben dan het vliegtuig niet in het geding komt. Verder wordt de Europese Commissie in het conceptrapport opgeroepen om duurzaamheidsindicatoren toe te voegen aan het programma en respect voor het milieu op te nemen als principe in het Erasmus Charter for Higher Education (ECHE). Ook zou een Mobility Tool het mogelijk maken systematisch bij te houden welk transportmiddel er wordt gebruikt bij mobiliteit, zodat de individuele CO2 uitstoot van deelnemers berekend kan worden.
In het rapport wordt het potentieel van het nieuwe Europese Universiteiten initiatief en de partnerschappen voor Centres of Vocational Excellence onderstreept. Deze programma’s zouden zich kunnen richten op duurzaamheid, door middel van opleidingsprogramma’s over duurzame onderwerpen, mits daar genoeg financiering voor is. Het rapport voorziet ook een rol voor de European Student Card om mobiliteit duurzamer te maken, al wordt niet toegelicht hoe dit praktisch kan worden ingestoken. Ten slotte wordt er voorgelegd om tijdens het European Year of Rail in 2021 partnerschappen met Europese openbaarvervoerbedrijven aan te gaan. Deelnemers aan Erasmus+ vormen een grote groep potentiële klanten, waardoor partnerschappen voor bedrijven interessant kunnen zijn.
In december 2019 is de Green Deal aan het grote publiek gepresenteerd, met onder andere een aantal voorstellen op onderwijsgebied, zoals renovatie van schoolgebouwen en een groen competentiekader. Vergroening van het Erasmusprogramma werd in de mededeling echter niet benoemd. In dezelfde maand, december 2019, initieerde de CULT-commissie het rapport over een groen Erasmus+. Eigen initiatiefrapporten van het Europees Parlement worden niet opgesteld aan de hand van voorstellen van de Commissie en zijn niet bindend. Ze zijn echter wel een belangrijk middel voor het Parlement om de ontwikkeling van nieuwe wetgeving te bevorderen. Op 23 juni stemt de commissie CULT over dit rapport en op 14 september wordt dit behandeld in de plenaire vergadering van het Parlement.
Rapport Draghi: ‘Europa verzwakt door falende innovatiecapaciteit en schrijnend vaardighedentekort’
Invitation event: Regional innovation ecosystems in education & the impact of multi-stakeholder partnerships
Nieuwe Commissie: Wel een commissaris voor O&I, niet voor onderwijs
Skills-commissaris Mînzatu moet paraat staan voor het hele onderwijs