Dossier: Erasmus+ (2021-2027)

Erasmus+ is het Europese programma dat mobiliteit en samenwerking op onderwijs, opleiding, jeugd en sport verzorgt. Het nieuwe Erasmus+-programma loopt van 2021 tot en met 2027. Na het succes van het voorgaande Erasmus+ (2014-2020), zet de Commissie in op “evolutie, geen revolutie”. De structuur van het programma ziet er grotendeels hetzelfde uit als die van de voorganger, met verbeteringen waar nodig. Met een budget van 26,2 miljard euro (in lopende prijzen) zet het programma in op grotere deelname, inclusiviteit, en de groene en digitale transities. Daarnaast zijn er nieuwe onderdelen opgenomen, waaronder het Europese Universiteiten-initiatief en de Centres of Vocational Excellence.


Laatste ontwikkelingen 

De Europese Commissie heeft het Erasmus+ werkprogramma voor 2023 al bekendgemaakt, terwijl deze vorig jaar tot november op zich liet wachten. De prioriteiten voor 2023 zijn een inclusief Erasmus+, inclusief de integratie van (Oekraïnse) vluchtelingen in het programma, het verder mainstreamen van vergroening in het programma en het ondersteunen van instellingen in hun digitale transformatie. Verder staan er calls op de rol voor Europese Universiteiten, Centres of Vocational Excellence en zijn ook de Forward-Looking Projects van vorig jaar opnieuw van de partij.

Er gaat in 2023 meer geld naar Erasmus+ dan de Commissie voorstelde. Het Parlement heeft de Raad in een voorlopig akkoord overtuigd van een verhoging van het budget voor volgend jaar. Erasmus+ krijgt een budget van 3,67 miljard euro, 120 miljoen euro meer dan aanvankelijk door de Commissie begroot werd. Ook dit is een verhoging ten opzichte van het 2022 budget, waarin er 3,4 miljard euro te besteden was.

De Erasmus+ programmagids voor volgend jaar is bekend. Vanaf nu is het daarom mogelijk om projectvoorstellen in te zenden voor 2023. In totaal is er volgend jaar 4,2 miljard euro beschikbaar onder Erasmus+. De Commissie heeft naast de al eerder gestelde doelstellingen op het gebied van vergroening, digitalisering en inclusie een aantal nieuwe prioriteiten toegelicht. In het bijzonder focust Erasmus+ aankomend jaar op de integratie van Oekraïense vluchtelingen. Tevens moet het onderwijsprogramma meer in lijn komen met de Europese innovatieagenda.

Erasmus+ verdient meer structurele financiering volgens het Europees Parlement. Het Parlement eist in een resolutie een hervorming van de EU-meerjarenbegroting. Meer budget en flexibiliteit zijn nodig om effectiever te kunnen reageren op crises en nieuwe politieke ambities. Ook wil het Parlement dat terugbetalingen van leningen en rentekosten uit het herstelfonds NextGenerationEU niet ten koste gaan van programma’s binnen het MFK, zoals Erasmus+.

2021 luidde het nieuwe Erasmus+ programma in. Hoe dit eerste jaar in zijn werk is gegaan is nu te zien in het Erasmus+ jaarrapport 2021. In totaal hebben bijna 649.000 studenten en personeel gebruik gemaakt van de mobiliteitsmogelijkheden in 2021, ondanks de gevolgen van de coronapandemie. Ongeveer 10% hiervan vertegenwoordigde deelnemers met minder mogelijkheden en kansen. Erasmus+ financierde bijna 19.000 projecten van 70.000 organisaties. Verder was er in 2021 versterkte aandacht voor de digitalisering van het programma. Zo markeerde dit jaar het begin van initiatieven als Erasmus Without Paper en het European Student Card Initiative

Achtergrond informatie Erasmus+ 2023

Om meer jongeren buitenlandervaring te bieden, updatet de Commissie komend jaar (herfst) het leermobiliteitsraamwerk. Dat blijkt uit het werkprogramma van de Commissie voor 2023. Het nieuwe kader moet een grotere verscheidenheid aan deelnemers mogelijk maken, terwijl de groene doelstellingen van Erasmus+ buiten schot blijven door duurzame mobiliteit en de combinatie van online en fysieke uitwisselingen. De consultatie hiervoor staat gepland in Q1 2023.


De start van het programma 

De Commissie heeft eind maart 2021 het jaarlijkse werkprogramma voor Erasmus+ aangenomen. De programmagids 2021 en de eerste calls van het jaar zijn ook gepubliceerd. Hiermee is het nieuwe EU-onderwijsprogramma voor 2021-2027 van start gegaan. In december werd een voorlopig akkoord op de Verordening van het nieuwe Erasmusprogramma bereikt. Eind mei 2021 is na bekrachtiging door de Raad en het Parlement is ook de Verordening gepubliceerd, en is het nieuwe Erasmus+ écht vastgesteld. Gezien een akkoord op het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en de jaarbegroting nog nooit zo laat waren, zijn het werkprogramma en de programmagids voor 2021 later gepubliceerd dan gebruikelijk.  

Op 24 november 2021 publiceerde de Commissie het Erasmus+ Werkprogramma en Programmagids voor 2022.

 

Erasmus+ en COVID-19 

Voor Erasmus werd in het voorjaar van 2020 de force majeure clausule breed ingezet voor deelnemers die hun mobiliteit of projecten vroegtijdig moesten staken. Na de zomer bood de Commissie de mogelijkheid te starten met virtuele mobiliteit en dit later aan te vullen met fysieke mobiliteit. In de Programmagids 2021 is opgenomen dat alle fysieke mobiliteitsprojecten ook virtueel kunnen worden aangevuld.  

 

Erasmus+ en de oorlog in Oekraine

De Commissie versoepelde in maart de regels voor Erasmus+ zodat overheden het programma makkelijker kunnen inzetten voor de opvang van vluchtelingen. Het gaat bijvoorbeeld om financiële steun voor integratieprojecten. Eerder werd al bekend dat vanwege de oorlog in Oekraïne er flexibel zal worden omgegaan met de implementatie van Erasmus+-projecten.

 

De Commissie beëindigt in april 2022 de Russische deelname aan alle lopende en toekomstige Erasmus+-acties. Individuele Russische studenten, academici en onderzoekspersoneel komen daarentegen nog wel in aanmerking voor korte termijn uitwisselingen. Tevens zullen diploma’s van Russische studenten erkend worden indien dit nodig is en zij niet op de EU-sanctielijst staan.

 

Evolutie, geen revolutie 

Onder de spreuk “evolutie, geen revolutie” gaat het programma uitbreiden en verbeteringen aanbrengen voor inclusiviteit, duurzaamheid en digitalisering. Ook krijgen de drie thema’s prioriteit in projectaanvragen. Zie hier een presentatieoverzicht van de Nederlandse Erasmus+ Autoriteit. 

  • Inclusie: Om inclusiviteit te bevorderen krijgen zendende instellingen een budget voor voorbereidende acties en is er een financiele top-up beschikbaar voor kansarme studenten. Ook is er een model geïntroduceerd voor nieuwe, kleinschalige partnerschappen, om nieuwkomers te verwelkomen en administratieve lasten voor deze instellingen te beperken. Zie voor meer informatie Dossier: Inclusie en Diversiteit 
  • Groen: Voor groen reizen maken studenten aanspraak op een top-up wanneer zij kiezen voor een duurzaam vervoersmiddel, en kunnen zij tot aan zes dagen extra reistijd gebruiken. De uitstoot wordt in eerste instantie gemeten door studenten die op leermobiliteit gaan te laten aanmerken welk vervoermiddel ze nemen, en welke afstand ze daarmee afleggen. 
  • Digitaal: Nieuwe Blended Intensive Programmes voor het hoger onderwijs gaan online leren combineren met een korte mobiliteitsperiode in het buitenland. De bestaande Digital Opportunity Traineeships voor stages in het digitale domein zijn nu ook geïntroduceerd voor het beroepsonderwijs. De uitrol van de Europese Studentenkaart versimpelt beursaanvragen door deze digitaal te laten verlopen. Eind september is er een update geweest van de Erasmus+app, waarmee nu ook de Europese Studentenkaart is toegevoegd aan de app. Hiermee kunnen studenten onder anderen hun leerovereenkomsten online ondertekenen. Deze toevoeging is mogelijk door het Erasmus Without Paper Network, een netwerk waar meer dan 4.000 universiteiten onderdeel van zijn. 
  •  

Nieuwe partnerschappen 

De Commissie wil samenwerking tussen Europese onderwijsinstellingen uit verschillende lidstaten stimuleren om de kwaliteit en prestaties van de instellingen te verbeteren door de introductie van nieuwe type partnerschappen onder Key Action 2 van het programma. Daarom heeft zij nieuwe initiatieven geïntroduceerd. Deze zullen een volledige uitrol zien binnen de programmaperiode van zeven jaar. 

  • Europese Universiteiten: dit zijn bottom-up netwerken van hoger onderwijsinstellingen uit verschillende lidstaten. Deze moeten fungeren als rolmodel voor andere universiteiten uit de EU, waarbij de nadruk ligt op open studieprogramma’s en mobiliteit van studenten. 
  • Centres of Vocational Excellence: deze bottom-up netwerken zullen bijdragen aan de modernisering van de mbo-sector. De partnerschappen brengen beroepsonderwijsinstellingen, bedrijven en mkb, onderzoekscentra en andere organisaties uit verschillende landen bij elkaar om samen skills ecosystemen te creëren die bijdragen aan regionale ontwikkeling, innovatie, slimme specialisatiestrategieën en sociale inclusie. 

 

In januari 2022 heeft de Commissie het hogeronderwijspakket gepubliceerd, waarin de ambitie is opgenomen 19 nieuwe Europese Universiteiten-allianties op te zetten, die weer gefinancierd worden door Erasmus+ Zie voor meer informatie Subdossier: Europese Universiteiten.  

 

Budgetverdeling in lijn met voorstel Commissie 

Het budget voor Erasmus+ is, nadat het Parlement in de MFK-onderhandelingen met de Raad een top-up van 2,2 miljard euro afdwong, vastgesteld op 23,4 miljard in 2018-prijzen (ruim 26 miljard in lopende prijzen). Dit betekent een stijging van middelen met ongeveer 70% ten opzichte van de vorige programmaperiode. Van het budget is grofweg 70% bestemd voor leermobiliteit, waar binnen het nieuwe programma ook volwassenenonderwijs onder valt. Procentueel gezien blijven de aandelen voor de verschillende onderwijslagen vrijwel gelijk, maar met een groter algeheel budget wil het programma meer studenten bereiken. De overige 30% van het budget gaat naar grensoverschrijdende samenwerking in alle onderwijslagen, waar ook twee van de nieuw opgenomen initiatieven onder vallen: het Europese Universiteiten-initiatief en de Centres of Vocational Excellence

 

Onderhandelingen 

In mei 2018 publiceerde de Commissie haar voorstel voor het nieuwe Erasmus+-programma, met een budget van 30 miljard euro (lopende prijzen, wat neerkomt op zo'n 26 miljard euro in 2018-prijzen). Dit was een verdubbeling ten opzichte van het huidige programma. Het Parlement wilde een nog ambitieuzer budget en stelde in maart 2019 een verdriedubbeling voor. In juli 2020 voorzagen de regeringsleiders tijdens de Europese top echter een lager bedrag van 21,2 miljard euro (2018-prijzen). Tijdens de laatste onderhandelingsronde wist het Parlement een top-up van 2,2 miljard binnen te slepen, waardoor het totaalbudget uiteindelijk op 23,4 miljard euro (2018-prijzen) uitkomt, oftewel ruim 26 miljard euro in lopende prijzen. Hiermee werd in december 2020 een politiek akkoord bereikt. 

 

Brexit en Erasmus+ 

Het Verenigd Koninkrijk zal niet als programmaland deelnemen aan het nieuwe Erasmus+-programma. Voor een beperkt aantal Erasmus+-acties is het nog wel mogelijk om samen te werken met instellingen in het VK. Huidige projecten met Britse partners uit de programmaperiode 2014-2020 worden nog wel afgerond. De Britse overheid heeft aangegeven een alternatief mobiliteitsprogramma, het Turing Scheme, op te zetten, voor uitgaande mobiliteit van studenten aan Britse onderwijsinstellingen. Het programma geldt dus niet voor mobiliteit naar het VK. De Britten richten zich nu op het aangaan van bilaterale akkoorden binnen Europa, en de rest van de wereld. 

 

ALMA

Al eerder Commissie had de Commissie haar overkoepelde werkprogramma 2022 gepresenteerd, waarin onderwijs een centrale rol heeft gekregen. Opgenomen in het werkprogramma is het nieuwe initiatief ALMA  (ALMA= Aim, Learn, Master, Achieve), een nieuw mobiliteitsprogramma voor kansarme jongeren die geen opleiding of werk hebben, in het Engels not in education, employment or training (NEET).

 

Belangrijk om te vermelden is dat ALMA zal worden geïmplementeerd onder het Europees Sociaal Fonds (ESF+) met een jaarlijks budget van ongeveer 15 miljoen euro. Gedurende het tweede halfjaar van 2022 zal de Commissie een eerste open call hiervoor uitschijven.   


Geüpdatet op: 18-01-2023

 

lees meer