De Europese Commissie reflecteert in twee enquêtes op de huidige stand van zake van het Erasmus Mundus programma. Het potentieel van het programma staat buiten kijf, maar het is nog te gefragmenteerd. Zo zijn er verschillende diplomasoorten te behalen en verschilt de invulling van het initiatief per lidstaat. Ook wordt benoemd dat Nederland minder betrokken is bij de joint degrees dan veel andere lidstaten.

Commissie evalueert Erasmus Mundus: programma te gefragmenteerd

Stand van zake Erasmus Mundus

In twee enquêtes reflecteert de Europese Commissie de huidige stand van zaken binnen de Erasmus Mundus Joint Master Degrees. Ze keek hierbij naar nationale en regionale instellingen, en 137 masterprogramma’s die samen 75% van de lopende projecten vormen. Het rapport toont het potentieel van Erasmus Mundus en laat zien waarop de initiatieven in hogeronderwijsbeleid na 2020 kunnen worden voortgebouwd. De Commissie bemerkt dat hoger onderwijsinstellingen veel ervaring hebben opgedaan bij de creatie van joint en meervoudige diploma’s. Ook wordt benadrukt dat scholen een strategische rol kunnen spelen in de ontwikkeling van wetgeving op het gebied van diploma-erkenning.

Ruimte voor verbetering

Voor lidstaten bestaat ook ruimte voor verbetering. Het rapport laat zien dat de aanpak van het Erasmus Mundus programma te divers is. In het huidige programma leggen sommige lidstaten de verantwoordelijkheid bij de onderwijsinstellingen, terwijl in andere landen juist de wetgeving een basis biedt voor de implementatie van joint en multiple/double degrees. Hierdoor worden soms joint degrees uitgegeven, andere keren multiple/double degrees, of een combinatie van de twee. Ook in Nederland is er ruimte voor verbetering: Nederland is in verhouding minder betrokken bij samenwerkingsverbanden tussen hoger onderwijsinstellingen die een joint degree toekennen dan veel andere lidstaten binnen Erasmus+.

Context

In September 2020 gingen de Erasmus Mundus joint master programs weer van start, een initiatief onder Erasmus+ waarbij meerdere hoger onderwijsinstellingen samenwerken. Hierdoor kunnen studenten binnen één masterdiploma aan verschillende hoge onderwijsinstellingen studeren.